Naar boven ↑

Rechtspraak

Cool Delivery B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 30 augustus 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:8902
Veroordeling tot betaling van boetebedrag voor een verkeersovertreding begaan tijdens werk als bezorger.

Feiten

Cool Delivery B.V. eist dat werknemer veroordeeld wordt tot betaling aan haar van € 169 aan hoofdsom, € 5,13 aan rente tot 29 januari 2024 en € 40 aan buitengerechtelijke incassokosten. Tezamen gaat het om € 214,13 plus de rente over de hoofdsom vanaf 29 januari 2024. Het bedrag van € 169 betreft een boete voor een verkeersovertreding begaan op 9 juli 2023 met een auto van Cool Delivery. Cool Delivery stelt dat werknemer die verkeersovertreding heeft begaan. Werknemer betwist bij gebrek aan wetenschap bestuurder te zijn geweest van de auto op het moment waarop de beweerdelijke verkeersovertreding is begaan.

Oordeel

De eis van Cool Delivery wordt gedeeltelijk toegewezen. Werknemer wordt niet veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 169 want hij heeft het boetebedrag, de geëiste hoofdsom, in de loop van de procedure al betaald. Naar het oordeel van de kantonrechter is die betaling terecht geweest, want werknemer is door Cool Delivery op goede grond aangesproken tot betaling van de verkeersboete. Cool Delivery heeft namelijk onderbouwd met stukken gesteld dat de verkeersboete het gevolg is van een verkeersovertreding met de auto met kenteken [kenteken] begaan op 9 juli 2023 om 10:00 uur en dat werknemer die auto op die datum en op dat tijdstip onder zich heeft gehad. Werknemer heeft geen naam van iemand anders genoemd die de auto heeft bestuurd in het tijdvak waarin de auto aan hem beschikbaar was gesteld voor zijn werk als bezorger. De kantonrechter onderkent dat het misschien lastig is voor werknemer om aan te tonen dat hij niet de auto bestuurd heeft, omdat hij niet meer in dienst is en dit daardoor niet heeft kunnen achterhalen, maar bij gebreke van onderbouwing van zijn verweer wordt uitgegaan van de juistheid van het gestelde door Cool Delivery dat werknemer de beschikking had over de auto toen daarmee de verkeersovertreding werd begaan. Het bedrag van € 40 aan incassokosten wordt afgewezen, omdat de inspanningen om werknemer tot betaling te bewegen onvoldoende zijn geweest. De proceskosten worden gecompenseerd.

  • Rechters: A. Lablans
  • Wetsartikelen: 21 Rv; 111 lid3 Rv; 6:119 BW
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: verkeersovertreding, boete en bezorger