Feiten 

Werknemer heeft bij Gentle Security B.V. (hierna: Gentle) gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Volgens werknemer heeft Gentle hem niet aangemeld bij de Belastingdienst, waardoor hij ook niet bekend is bij andere instanties die afhankelijk zijn van informatie van de Belastingdienst, waaronder het UWV. Werknemer meent daardoor geen sociaal vangnet te hebben, zoals aanspraak op werknemersverzekeringen. Ook heeft Gentle volgens hem sinds juni 2023 geen loonstroken meer afgegeven en ook geen jaaropgave over 2023. Hij eist daarom dat Gentle wordt veroordeeld om hem aan te melden bij de Belastingdienst, althans loonaangiftes te doen over de periode waarin werknemer heeft gewerkt en alsnog de genoemde loonstroken en jaaropgave af te geven, op straffe van een dwangsom. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gentle erkent dat zij werknemer niet heeft aangemeld bij de Belastingdienst en geeft aan hiervan niet op de hoogte te zijn geweest. Volgens Gentle heeft werknemer haar hierover voorafgaand aan de dagvaarding ook nooit eerder benaderd of aangemaand. Daarnaast bevestigt Gentle dat er vanaf november 2023 loonstroken ontbreken, maar betwist dat werknemer al vanaf juni 2023 bij haar in dienst was. Op een werkgever rust de verplichting zijn werknemers na indiensttreding aan te melden bij de Belastingdienst, zodat loonaangifte kan worden gedaan over de gewerkte periodes en de werknemers aanspraak kunnen maken op (onder andere) werknemersverzekeringen. Dat Gentle zegt aanvankelijk niet van die verplichting op de hoogte te zijn geweest, maakt dat niet anders. Ter zitting is gebleken dat partijen het eens zijn over het feit dat werknemer in elk geval vanaf november 2023 tot en met week 17 van 2024 bij Gentle in dienst was en voor Gentle heeft gewerkt. Dat betekent dat de eis tot aanmelding van werknemer bij de Belastingdienst in ieder geval kan worden toegewezen voor wat betreft de periode vanaf november 2023 tot en met week 17 van 2024. Werknemer heeft gesteld dat hij al vanaf juni 2024 bij Gentle in dienst was en werkzaamheden heeft verricht, maar er is geen schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten. De kantonrechter kan op basis van de stellingen van partijen en de overgelegde stukken niet vaststellen of werknemer in de periode van juni 2023 tot november 2023 bij Gentle in dienst was. Daarvoor is nadere bewijslevering noodzakelijk en daarvoor leent dit kort geding zich niet. Dat betekent dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat werknemer ook in de periode van juni 2023 tot november 2023 al in dienst was bij Gentle. De eisen van werknemer kunnen dan ook - voor zover die zien op laatstgenoemde periode - niet worden toegewezen. Gentle heeft daarnaast erkend dat zij geen loonspecificaties en een jaaropgave over 2023 aan werknemer heeft verstrekt, hoewel zij daartoe wel verplicht was. Ook dat deel van de eis van werknemer wordt daarom toegewezen. De door werknemer  aan zijn eisen gekoppelde dwangsom wordt, nu Gentle daartegen geen verweer heeft gevoerd, eveneens toegewezen. In dat verband heeft werknemer ter zitting te kennen gegeven dat hij ermee akkoord kan gaan dat Gentle de dwangsommen pas na pas na afloop van een termijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis verschuldigd zal zijn, indien zij nalaat aan de veroordelingen te voldoen.