Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 16 september 2024
ECLI:NL:RBOVE:2024:4801
Feiten
Werknemer is op 15 april 2002 in dienst getreden bij Dutch Solar Systems B.V. (hierna: DSS) laatstelijk in de functie van monteur, met een loon van € 3.322,29 bruto per maand, te verhogen met 8% vakantiegeld. Op 10 juli 2023 heeft DSS haar activiteiten gestaakt en ontstaan er problemen met de loondoorbetaling aan werknemer. In oktober 2023 bericht DSS onder meer dat heel DSS is ontmanteld, werknemer nog de enige werknemer is, die in de ziektewet zit, en DSS geen liquide middelen meer heeft. DSS doet een voorstel om het arbeidscontract af te kopen door een eenmalige betaling dit jaar en volgend jaar, of om werknemer te gaan verlonen vanuit een ander bedrijf. Daarna wordt het loon onregelmatig en pas na veel aandringen overgemaakt, althans bedragen die overeenkomen met het nettosalaris, totdat dit ook in maart 2024 stopt. Werknemer stelt dat hij recht heeft op loon bij ziekte, en dat hem, ondanks de vervelende situatie waarin DSS zich bevindt, van begin af aan is toegezegd dat het loon zou worden doorbetaald tot aan zijn AOW-datum, 29 juli 2024. Op 30 mei 2023 bericht werknemer DSS per e-mail dat hij met onmiddellijke ingang op staande voet ontslag neemt en aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding en billijke vergoeding. Werknemer krijgt vervolgens via het Mail Delivery Subsystem het bericht dat de e-mail niet is bezorgd. Werknemer wendt zich tot de kantonrechter met het verzoek DSS te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding, respectievelijk € 10.764,22 en € 26.412,21 bruto.
Oordeel
Juiste oproeping en bevoegdheid kantonrechter
De kantonrechter gaat ervan uit dat via de gemachtigde van werknemer een juiste oproeping van DSS (vestiging in Kleve Duitsland) voor de mondelinge behandeling is verstuurd, en dat de kantonrechter ook bevoegd is om het geschil te beoordelen. Werknemer heeft bij het verzoekschrift een uittreksel uit het Handelsregister gevoegd waaruit blijkt dat DSS ten tijde van de oproeping formeel nog was gevestigd te Goor. De kantonrechter overweegt verder bevoegd te zijn het geschil te behandelen, of DSS nu was gevestigd in Goor of inmiddels in Kleve, Duitsland, gelet op artikel 99 Rv (als DSS is gevestigd in Goor) of artikel 21 van de Verordening EU Brussel I nr. 1215/2012 en artikel 100 Rv.
Ontvangst e-mail
Artikel 3:37 BW bepaalt dat een verklaring, om haar werking te hebben, de geadresseerde moet hebben bereikt. De verklaring van werknemer heeft DSS niet bereikt, omdat bij de stukken het bericht van het Mail Delivery Subsystem zit, waaruit blijkt dat de e-mail niet is bezorgd. Bovendien is hier ook geen sprake van de situatie dat het niet ontvangen van de verklaring onder de gegeven omstandigheden voor rekening van DSS moet komen. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de ontslagname op staande voet geen werking heeft gehad. Dat betekent dat werknemer tot de ingangsdatum van zijn AOW “gewoon” in dienst is gebleven van DSS en recht heeft op loon tot die datum. Dat is in deze procedure echter niet verzocht. De verzochte vergoedingen zijn niet toewijsbaar omdat er geen sprake is geweest van een geldig genomen ontslag op staande voet. Het verzoek van werknemer wordt afgewezen.