Feiten

Fusion Trade handelt in elektronische componenten en opslag. Chip 1 is actief in dezelfde sector. Chip 1 is opgericht op 22 maart 2024, met de voormalig vicepresident sales van Fusion Trade als bestuurder (hierna: werknemer). Het dienstverband van werknemer met Fusion Trade is op 1 maart 2024 beëindigd, waarvoor werknemer een beëindigingsvergoeding van € 500.000 heeft ontvangen. Kort daarna zijn meerdere medewerkers van Fusion Trade overgestapt naar Chip 1, waaronder sales managers en andere specialisten. Fusion Trade vermoedt dat werknemer actief personeel en klanten van Fusion Trade heeft benaderd om over te stappen naar Chip 1, hetgeen een inbreuk vormt op contractuele en post-contractuele verplichtingen. Op 27 juni 2024 stuurt Fusion Trade een sommatiebrief aan werknemer en de andere betrokkenen, met de eis dat zij hun vermeende onrechtmatige handelingen staken. Voorts beschuldigt Fusion Trade Chip 1 van het faciliteren en uitlokken van dit gedrag en het gebruik van Fusion Trade’s bedrijfskennis en klantrelaties.

Geen van de geadresseerden heeft bevestigd aan de eisen van Fusion Trade te zullen voldoen. Daarop heeft Fusion Trade besloten onderhavig kort geding te starten. Fusion Trade vordert dat het zowel Chip 1 als de voormalig werknemers verboden wordt werknemers van Fusion Trade te benaderen en te werven, klanten, relaties en leveranciers e.a. te benaderen, commerciële relaties aan te gaan met klanten, relaties en leveranciers, bedrijfsinformatie van Trade Fusion te delen, een en ander onder verband van dwangsommen. Jegens de voormalig werknemers wordt daarnaast nog specifiek gevorderd dat het hun verboden wordt te handelen in strijd met het relatiebeding, het geheimhoudings- en antironselbeding uit hun respectievelijke contracten eveneens onder verband van dwangsommen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De voormalige werknemers van Fusion Trade hebben tijdens hun dienstverband een geheimhoudings- en non-sollicitatieding getekend. Fusion Trade beschuldigt hen van het schenden van deze afspraken door actief werknemers en klanten te benaderen om over te stappen naar Chip 1. Fusion Trade heeft niet voldoende aangetoond dat de voormalige werknemers klanten van haar hebben benaderd. Er is onvoldoende bewijs voor overtreding van het geheimhoudings- en relatiebeding. Een verbod op het aangaan van commerciële relaties na benadering door klanten acht de rechter onbillijk gezien artikel 653 lid 3 sub b BW, op grond waarvan een dergelijk beding geen stand zal houden wegens onbillijke benadeling van de werknemer.

Bewezen is dat werknemer en een collega andere werknemers van Fusion Trade hebben gerekruteerd om over te stappen naar Chip 1, hetgeen in strijd is met hun contractuele verplichtingen. Fusion Trade lijdt schade door dit handelen, wat leidt tot een gerechtvaardigd verbod op het werven van werknemers van Fusion Trade. Chip 1 heeft geprofiteerd van de contractbreuk door haar huidige werknemers, wat als onrechtmatig wordt beschouwd. Chip 1 wordt daarom verboden om voormalige werknemers van Fusion Trade aan te nemen, wederom voor één jaar. Voorts vordert Fusion Trade inzage in bepaalde bescheiden die betrekking hebben op de uitdiensttreding van haar werknemers en hun indiensttreding bij Chip 1. De kantonrechter oordeelt dat Fusion Trade hier een gerechtvaardigd belang bij heeft en wijst deze vordering gedeeltelijk toe. Chip 1 en werknemer worden hoofdelijk veroordeeld tot het binnen 14 dagen overleggen van alle relevante correspondentie en de arbeidsovereenkomst dan wel managementovereenkomst tussen werknemer en Chip 1. Aan de veroordelingen worden dwangsommen tussen de € 5.000 en € 25.000 per overtreding verbonden, met maxima van respectievelijk € 100.000 en € 250.000.

In reconventie stellen de voormalige werknemers dat Fusion Trade hen lasterlijk heeft behandeld en hun persoonsgegevens onrechtmatig heeft verwerkt. Deze vorderingen worden afgewezen wegens onvoldoende bewijs en het niet volgen van de juiste juridische procedure.