Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./Goodstay Groep B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 11 september 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:6130
Werkgeversaansprakelijkheid. Werknemers leggen foto van politieoptreden over ‘naar aanleiding van incident op locatie werkgever’. Werkgever stelt dat foto politieoptreden weergeeft bij tramaanslag in Utrecht. Beslissing schending waarheidsplicht artikel 21 Rv aangehouden.

Feiten

Negen werknemers (hierna: werknemers) zijn werkzaam bij Goodstay Groep B.V. (hierna: Goodstay). Werknemers hebben Goodstay aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW. Zij stellen dat Goodstay haar zorgplicht jegens hen niet is nagekomen. Zij werden tijdens de uitvoering van hun werk blootgesteld aan schadelijke invloeden en voor de gezondheid schadelijke werkomstandigheden nu de psychosociale arbeidsbelasting te hoog was, Goodstay te weinig deed om dit te voorkomen, en zij regelmatig werden blootgesteld aan gevaarlijke arbeidsomstandigheden, aldus werknemers. Werknemers hebben als productie een foto overgelegd ‘van een politieoptreden naar aanleiding van een incident op de Goodstay-locatie in Eindhoven’. Goodstay stelt echter dat deze foto is gemaakt in Utrecht op 18 maart 2019 en het politieoptreden weergeeft bij de ‘tramaanslag’ die dag. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Goodstay ter zitting een filmpje laten zien dat is gemaakt vanuit hetzelfde gebouw als van waaruit deze foto is gemaakt. Goodstay doet een beroep op schending van artikel 21 Rv en vordert de niet-ontvankelijkheid van werknemers in deze procedure.

Oordeel

De kantonrechter acht het inbrengen van een foto ter onderbouwing van een stelling in een procedure, die niet weergeeft dat waarvoor de foto ter onderbouwing is ingebracht, een ernstig feit. Nu de gemachtigde van werknemers ter zitting nog geen verklaring kon geven hoe dit heeft kunnen gebeuren, is de kantonrechter van oordeel dat hij die gelegenheid moet krijgen om opheldering hierover te geven, waarna Goodstay hierop mag reageren, en waarna kan worden geoordeeld of de handelwijze van werknemers in strijd moet worden geacht met artikel 21 Rv en welke consequenties hier eventueel aan verbonden dienen te worden. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.