Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 16 november 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:22281
Feiten
Werknemer heeft sinds 1 mei 2020 voor El Caballo B.V. gewerkt als chauffeur, laatstelijk tegen een salaris van € 2400 bruto per maand exclusief vakantietoeslag. Per 4 juli 2023 heeft werknemer zich ziekgemeld. Rond die periode had werknemer verlof aangevraagd en toegezegd gekregen. Tussen partijen is daarover later discussie ontstaan, omdat El Caballo dit verlof wilde intrekken, omdat zij werknemer voor werkzaamheden nodig had. El Caballo vertrouwde de ziekmelding van werknemer niet en wenste inhoudelijke terugkoppeling nadat werknemer zijn huisarts had bezocht. Toen werknemer dit weigerde, heeft El Caballo dit, in samenhang met de eerdere discussie over het al dan niet mogen c.q. kunnen opnemen van verlof, opgevat als werkweigering, op grond waarvan zij werknemer op staande voet heeft ontslagen. El Caballo verkeert in financiële moeilijkheden. Tussen partijen is voorafgaand aan het ontslag van 13 juli 2023 al veel voorgevallen inzake schades, verkeersboetes en de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat het ontslag niet rechtsgeldig is en toekenning van onder meer een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en een bedrag aan ingehouden salaris.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. El Caballo twijfelde aan de ziekmelding van werknemer en heeft daaraan verstrekkende gevolgen verbonden. Het had echter op haar weg gelegen een bedrijfsarts in te schakelen die haar ten aanzien van de ziekmelding en de daaruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid van werknemer had kunnen adviseren. Werknemer was niet verplicht inhoudelijk mededelingen over zijn ziekte te doen en El Caballo is niet gerechtigd zelf de ziekte van werknemer te beoordelen. El Caballo heeft nagelaten een bedrijfsarts in te schakelen. Daardoor is niet vast komen te staan dat werknemer niet arbeidsongeschikt was en dat hij, nog afgezien van de discussie omtrent het verlof, zich schuldig maakte aan het weigeren van werk. De dringende reden ten grondslag van het gegeven ontslag op aanstaande voet ontbreekt. Dit ontslag is dan ook ten onrechte gegeven. Werknemer heeft recht op een billijke vergoeding, die wordt vastgesteld op een bedrag van € 5.184 bruto (gelijk aan twee maandsalarissen, vermeerderd met 8% vakantiegeld). Er is bij de berekening van de billijke vergoeding rekening mee te houden dat de arbeidsrelatie tussen partijen al enige tijd voor 13 juli 2023 verstoord was. Er waren geschillen over verlof, schades, boetes en de wijze waarop werkzaamheden uitgevoerd dienden te worden. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zonder het onderhavige ontslag nog geruime tijd zou hebben doorgelopen. Daarnaast is rekening te houden met de financiële situatie van El Caballo. De vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt toegewezen en vastgesteld op € 3.888. Ook de transitievergoeding van € 2.766,77 bruto wordt toegewezen. Tot slot oordeelt de kantonrechter dat El Caballo niet gerechtigd was € 1.600 in te houden op het salaris van werknemer vanwege het grote aantal schades die werknemer zou hebben gereden. Werknemer betwist de schades niet, maar stelt dat dit ongelukken zijn geweest. Niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van roekeloosheid. El Caballo dient voornoemd bedrag dan ook aan werknemer terug te betalen.