Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 26 september 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:15495
Feiten
Werkneemster is op 5 november 2019 in de functie van kassamedewerkster A fulltime in dienst getreden bij D-Pers B.V. Zij is in die functie voor haar gaan werken in de Dirk van den Broek-vestiging van D-Pers te Gouda. Per 1 december 2019 heeft zij de functie kassamedewerkster B gekregen en met ingang van 24 april 2022 is zij gepromoveerd tot teamleidster kassa. Haar salaris bedroeg laatstelijk gemiddeld € 2.475 bruto per maand, inclusief 8% vakantietoeslag. Zij is per 23 maart 2024 overgeplaatst naar de Dirk van den Broek-vestiging van D-Pers aan de Zwart Janstraat te Rotterdam. Daar werd anders gewerkt dan in Gouda. Er was weinig gezag voor leidinggevenden en de regels waren vaak onduidelijk. Als leidinggevende heeft zij meerdere malen waarschuwingen moeten uitdelen. Bij brief d.d. 16 april 2024 heeft D-Pers haar bevestigd dat haar leidinggevende op die datum telefonisch met haar heeft besproken dat het vermoeden was ontstaan dat zij direct of indirect betrokken was bij een verdenking van een vergrijp dat een dringende reden tot ontslag zou kunnen zijn, in verband waarmee zij, in afwachting van het hiernaar in te stellen onderzoek, met onmiddellijk ingang is geschorst en de loonbetaling is stopgezet. De precieze uitkomst van dat onderzoek is werkneemster niet bekend. Wel is haar meegedeeld dat daaruit zou zijn gebleken dat zij op 3 en 7 april 2024 contante geldbedragen heeft weggenomen uit het geldwisselbakje en dat zij op 13 april 2024 vier emballagebonnen met een totaalwaarde van € 23,10 had aangemaakt, had verzilverd en zich het geld zou hebben toegeëigend. Op 24 april 2024 is zij op staande voet ontslagen. Een van de maatregelen bij een ontslag op staande voet is dat er een registratie plaatsvindt in het interne en externe waarschuwingsregister. De interne registratie geldt voor 8 jaar en de externe registratie voor 1 jaar. D-Pers heeft werkneemster in het interne en externe waarschuwingsregister geregistreerd. Daarnaast heeft zij voor alle filialen een winkelverbod opgelegd gekregen. Werkneemster verzoekt onder meer vernietiging van het ontslag, en tevens D-pers te veroordelen tot betaling van (achterstallig) salaris en verwijdering uit het interne en externe waarschuwingsregister.
Oordeel
Het onderzoek heeft onder meer bestaan uit het analyseren van (de thans niet meer voorhanden zijnde) camerabeelden en het ondervragen van werkneemster op 19 april 2024. Werkneemster voert aan dat weliswaar juist is dat zij geld uit het wisselgeldbakje heeft gehaald, maar dat heeft zij volgens haar gedaan met toestemming van haar leidinggevende, omdat het tweemaal, althans eenmaal is voorgekomen, op 29 en 30 maart 2024, althans op 29 maart 2024, dat het Safepay-apparaat (kassa 21 en/of 16) het niet deed toen een klant met contant geld wilde betalen. Verder stelt zij dat zij, nadat zij hierover contact had gehad met de afdeling ICT van D-Pers, de betreffende klanten heeft geholpen door met de eigen pinpas/telefoon voor hen af te rekenen. Ook betwist zij dat zij met emballagebonnen heeft gefraudeerd. Aanleiding om haar met het bewijs van die feiten te belasten is er niet, nu zij, hetgeen in de gegeven omstandigheden wel van haar verwacht mocht worden, daartoe geen (voldoende gespecificeerd) bewijsaanbod heeft gedaan. De kantonrechter komt tot het oordeel dat voldoende aannemelijk is dat werkneemster zonder toestemming van D-pers contant geld heeft ontvreemd uit het wisselgeldbakje en zij de door haar geproduceerde emballagebonnen heeft geïncasseerd en zich de opbrengst heeft toegeëigend, zonder dat dit de instemming had van D-Pers. Het ontslag op staande voet houdt stand en uit de aan het ontslag ten grondslag gelegde, vaststaande feiten volgt dat werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Zij kan daarom geen aanspraak maken op de transitievergoeding. D-Pers is voorts bevoegd om werkneemster voor de duur van 1 jaar een winkelverbod op te leggen. De hierop betrekking hebbende verzoeken van werkneemster komen derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.