Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 2 oktober 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:6704
Feiten
Care4Dental B.V. heeft op 2 januari 2021 een overeenkomst genaamd ‘Zorg op Maat basis Pakket’ gesloten met De Bedrijfspoli B.V. met betrekking tot arbobegeleiding en re-integratie. In de overeenkomst is de aansprakelijkheid van De Bedrijfspoli uitgesloten, ook in het geval een (tegenstrijdig) deskundigenoordeel van het UWV wordt gegeven. Indien sprake is van opzet of grove schuld is volgens de overeenkomst de aansprakelijkheid van De Bedrijfspoli beperkt tot de (maximale) dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. In de op de overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden is opgenomen dat de opdrachtgever binnen een kalendermaand nadat hij bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn met het schadetoebrengende feit moet klagen bij De Bedrijfspoli. Bij Care4Dental is werkneemster, werkzaam als tandartsassistente, op enig moment ziek uitgevallen. Op 6 juli 2020 heeft zij een WIA-aanvraag bij het UWV ingediend. In dat kader heeft het UWV het re-integratieverslag van Care4Dental beoordeeld en is het UWV tot de conclusie gekomen dat Care4Dental, zonder deugdelijke grond, niet genoeg heeft gedaan om werkneemster te re-integreren. De WIA-aanvraag is afgewezen, omdat werkneemster minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Care4Dental heeft daarna bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. Ook deze aanvraag heeft het UWV geweigerd wegens het feit dat Care4Dental onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werkneemster binnen 26 weken de bedongen werkzaamheden niet in aangepaste vorm kan verrichten. Dit baseerde het UWV onder andere op een advies van de bedrijfsarts. Op 3 augustus 2021 heeft Care4Dental een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter ingediend. Bij beschikking van 14 oktober 2021 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft Care4Dental daarbij veroordeeld een billijke vergoeding van € 100.000 bruto te betalen wegens seksuele intimidatie, het ten onrechte eenzijdig terugplaatsen van werkneemster in een lagere functie en het onvoldoende nakomen van re-integratieverplichtingen. Bij brief van 24 oktober 2022 heeft Care4Dental De Bedrijfspoli aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade, zijnde een bedrag van € 89.591,26, wegens het verstrekken van een onjuist advies op basis waarvan het UWV de ontslagvergunning heeft geweigerd en het tekortschieten in de verzuimbegeleiding. In onderhavige procedure vordert Care4Dental dat de kantonrechter voor recht verklaart dat De Bedrijfspoli is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, dan wel dat sprake is van een onrechtmatige daad, en dat De Bedrijfspoli wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. De Bedrijfspoli voert verweer en stelt onder andere dat Care4Dental niet aan haar klachtplicht heeft voldaan.
Oordeel
De kantonrechter is het met De Bedrijfspoli eens dat Care4Dental haar eventuele recht op schadevergoeding heeft verspeeld wegens het niet tijdig klagen en oordeelt als volgt. Op basis van de algemene voorwaarden had Care4Dental binnen één kalendermaand nadat zij bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn met het schadetoebrengende feit moeten klagen bij De Bedrijfspoli. De schadevergoeding waarop Care4Dental aanspraak maakt, bestaat uit betaald loon tijdens ziekte tot einde wachttijd en uit een gedeelte van de door de kantonrechter toegekende billijke vergoeding. Volgens de kantonrechter had Care4Dental dus in ieder geval na de ontbindingsbeschikking van de kantonrechter redelijkerwijs bekend moeten zijn met de verwijten die zij De Bedrijfspoli in onderhavige procedure maakt. Care4Dental is echter pas een jaar later tot aansprakelijkheidstelling overgegaan. Zij heeft daarmee de overeengekomen klachttermijn van een maand ruimschoots overschreden. De klachttermijn van een maand is naar het oordeel van de kantonrechter bovendien niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, omdat in dit geval sprake is van twee professionele partijen zonder aanwijzingen voor enige ongelijkheid en omstandigheden aangaande de totstandkoming van de overeenkomst niet zijn gesteld. Ook is volgens de kantonrechter geen sprake van een onrechtmatige daad, nu Care4Dental hieraan dezelfde verwijten ten grondslag heeft gelegd en dus niet is gebleken dat deze verwijten onafhankelijk van de schending van de contractuele verplichtingen onrechtmatig zijn. Derhalve worden de vorderingen van Care4Dental afgewezen.