Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Yellowstone Contract Management B.V.
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 25 april 2024
ECLI:NL:RBOBR:2024:4974
Tussenbeschikking en eindbeschikking. Het uitzendbeding is niet nietig, omdat er geen sprake is van een (backoffice) payrollconstructie in de zin van artikel 7:692 BW. Wegens overschrijding van de vervaltermijn is er geen transitievergoeding verschuldigd.

Feiten

Werknemer is op 26 september 2022 in dienst getreden bij Yellowstone Contract Management B.V. (hierna: Yellowstone) om te worden uitgezonden naar een Brits recruitmentbureau als External Supply Manager Pharma. Partijen hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten. Bij brief van 23 november 2022 heeft Yellowstone te kennen gegeven dat de arbeidsovereenkomst per 13 november 2022 is afgelopen omdat het project voor het Britse recruitmentbureau met ingang van die datum is beëindigd.  De gemachtigde van werknemer heeft op 3 januari 2023 laten weten dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd. Werknemer verzoekt in de onderhavige procedures de transitievergoeding, achterstallig loon, vakantie-uren, de wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en een veroordeling van Yellowstone in de proceskosten. Werknemer voert aan dat sprake is van een payrollovereenkomst, waardoor het verplichte ontslagregime dat voor uitzendovereenkomsten geldt niet van toepassing zou zijn.

Oordeel

Tussenbeschikking
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de correspondentie rondom het aangaan van een overeenkomst blijkt dat partijen hebben gekozen voor een uitzendovereenkomst. Daarnaast is er geen sprake van exclusieve terbeschikkingstelling. In de opdrachtovereenkomst is vermeld dat Yellowstone bevoegd is om werknemer te laten vervangen. Ook in de arbeidsovereenkomst is vermeld dat sprake is van een niet-exclusieve terbeschikkingstelling. Gesteld noch gebleken is dat aan werknemer is medegedeeld dat hij alleen bij het Britse recruitmentbureau mocht werken. Werknemer heeft dat zelf ook niet naar Yellowstone geuit. Dat werknemer feitelijk alleen bij het Britse recruitmentbureau heeft gewerkt is onvoldoende bewijs voor exclusieve terbeschikkingstelling. Bovendien is werknemer al eerder bij Yellowstone in loondienst geweest, waarbij hij aan een andere partij ter beschikking is gesteld. Ook heeft werknemer niet eerder bij het Britse recruitmentbureau gewerkt, waardoor er geen reden is om aan te nemen dat partijen een oneigenlijke constructie voor ogen stond. Werknemer voert aan dat hij zijn praktische zaken zoals vakanties moest regelen met het Britse recruitmentbureau, maar dat betwist Yellowstone. Dat dit zo ging, is onvoldoende vast komen te staan. Er is geen sprake van exclusieve terbeschikkingstelling. Het uitzendbeding is rechtsgeldig. De arbeidsovereenkomst is met ingang van 13 november 2022 van rechtswege geëindigd. Het verzoek tot toekenning van de transitievergoeding is daarmee komen te vervallen. Nu de vorderingen die door middel van een verzoekschrift aanhangig gemaakt kunnen worden zijn komen te vervallen, is er geen grondslag om de overige vorderingen bij verzoekschrift in te leiden. Omdat inmiddels in wezen is voldaan aan de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure, ziet de kantonrechter reden om de zaak met betrekking tot de overige vorderingen af te doen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

Eindbeschikking
Bij tussenbeschikking is overwogen dat werknemer niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot betaling van de transitievergoeding moet worden geoordeeld, aangezien de mogelijkheid tot indiening van dat verzoek is vervallen op 14 februari 2023. Ook is overwogen dat werknemer dient te worden veroordeeld in de proceskosten en in de nakosten. Ten aanzien van de vorderingen tot betaling van achterstallig salaris en buitengerechtelijke incassokosten wordt geoordeeld dat deze worden afgewezen, nu wordt vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst per 13 november 2022 is geëindigd. Werknemer wordt in de proceskosten veroordeeld.