Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 25 september 2024
ECLI:NL:RBOBR:2024:5084
Feiten
Werkgeefster is bij tussenvonnis (zie: AR 2024-1396) in de gelegenheid bewijs te leveren van haar stelling dat werkneemster (meermaals) tijdens werktijd slaapt of in slaaphouding ligt. Werkgeefster brengt drie schriftelijke verklaringen in van leidinggevende A en werknemers B en C. B verklaart foto's te hebben gemaakt in juni en oktober 2022, die hij eind 2023 aan verweerster toont. B ziet verzoekster regelmatig op een pallet liggen met een mobiele telefoon. De verklaringen van A en C bevestigen echter niet dat verzoekster tijdens werktijd slaapt.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De foto’s uit juni en oktober 2022 vormen onvoldoende basis voor een ontslag op staande voet per 21 december 2023. Andere werknemers zouden werkneemster hebben zien slapen, maar dit blijft onduidelijk en is onvoldoende aannemelijk gemaakt. Het ontslag is onrechtmatig, zodat werkgeefster handelt in strijd met artikel 7:671 BW. Werkgeefster moet daarom een gefixeerde schadevergoeding betalen, omdat de arbeidsovereenkomst onregelmatig is opgezegd. De transitievergoeding van € 6.472,34 bruto wordt eveneens toegewezen, aangezien er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster.
Werkneemster heeft een billijke vergoeding verzocht ter hoogte van zeven maanden salaris. De kantonrechter gaat niet volledig mee in dit verzoek en kent een billijke vergoeding van € 3.000 bruto toe. Weliswaar is sprake van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, maar werkgeefster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er diverse incidenten hebben plaatsgevonden en waarschuwingen zijn gegeven met betrekking het niet opvolgen van werk- en veiligheidsinstructies. Daarom kan niet worden uitgesloten dat op termijn (korter dan zeven maanden) als gevolg van een van die omstandigheden een einde aan de arbeidsovereenkomst zou zijn gekomen. De vordering voor openstaande verlofuren wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De vordering tot een bruto-nettospecificatie en een jaaropgave wordt als onbetwist toegewezen, zonder dwangsom.