Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 11 november 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:11374
Feiten
Werknemer is op 4 oktober 2023 dan wel 1 november 2023 bij FEB 247 IJMUIDEN B.V. handelend onder de naam Snap Fitness (hierna: Snap Fitness) als fitnessinstructeur in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van twee jaar. Het salaris bedroeg € 2.000 bruto per maand, exclusief vakantiegeld. Op 18 juli 2024 heeft werknemer per e-mail een ontslagbrief ontvangen. In deze brief staat onder meer dat een door Snap Fitness op 22 juni 2024 verstuurde brief met daarin een derde officiële waarschuwing en ontslag op staande voet retour is ontvangen, waarna alsnog een aangetekende brief is verzonden. Deze aangetekende brief is opgevolgd door een brief per e-mail d.d. 18 juli 2024, waarin Snap Fitness aangeeft dat er diverse klachten zijn geuit over het gedrag van werknemer en dat leden zich daardoor onveilig voelen en overwegen hun abonnement op te zeggen. Snap Fitness geeft aan schriftelijke bewijzen te hebben dat de klachten voortkomen uit oude en recente incidenten. Snap Fitness roept het ontslag op staande voet in vanwege het gedrag en de agressiviteit van werknemer. Werknemer verzoekt primair vernietiging en wedertewerkstelling en subsidiair een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding.
Oordeel
Ter zitting heeft werknemer aangegeven dat hij berust in het ontslag op staande voet en (dus) de switch maakt naar zijn subsidiaire verzoeken om toekenning van (onder andere) een billijke vergoeding. Daarmee staat vast dat de arbeidsovereenkomst inmiddels is geëindigd. De wet vereist dat er onverwijld wordt opgezegd en dat de dringende reden onverwijld wordt meegedeeld aan de werknemer. Snap Fitness voert aan dat zij werknemer (ook) op 22 juni 2024 per aangetekende brief op staande voet heeft ontslagen. Werknemer betwist dat, en geeft aan dat hij pas na ontvangst van de e-mail van 18 juli 2024 kennis heeft genomen van het (gestelde) ontslag op staande voet per 22 juni 2024. De kantonrechter stelt voorop dat een (schriftelijk) ontslag pas werking heeft op het moment dat de ontslagbrief door de werknemer is ontvangen. Als een brief per aangetekende post is verzonden en de ontvangst daarvan wordt betwist, moet de afzender bewijzen dat hij de brief aangetekend en naar het juiste adres heeft verzonden. Daarin slaagt Snap Fitness niet. De kantonrechter houdt het er dan ook op dat werknemer op 18 juli 2024 op staande voet is ontslagen. De ontslagredenen zoals geformuleerd in de brief van 18 juli 2024 houden verband met (de klachten van sportschoolleden over) het gedrag van werknemer tot en met het incident op 21 juni 2024. Gelet op het tijdsverloop tussen 21 juni 2024 en 18 juli 2024 is de kantonrechter van oordeel dat Snap Fitness niet voldoende voortvarend heeft gehandeld bij het geven van het ontslag op staande voet en dat daarmee het ontslag niet onverwijld is gegeven. Omdat werknemer in het ontslag op staande voet berust, worden de verzochte vergoedingen toegewezen.