Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/IKKE-OOK TWEE B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 23 oktober 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:7516
De centrale ondernemingsraad verzoekt de kantonrechter een besluit om kwalitatief te selecteren zoals bedoeld in het sociaal plan nietig te verklaren. De kantonrechter wijst dit verzoek af nu er geen sprake is van een nieuw besluit zoals de centrale ondernemingsraad stelt.

Feiten

De Stichting Pluryn (hierna: Pluryn) is een zorginstelling die zich richt op ondersteuning van jongeren en volwassenen bij het vergroten van kansen op een zo volwaardig en zelfstandig mogelijke plek in de samenleving. Pluryn werkt landelijk en heeft meer dan 440 locaties. De Centrale Ondernemingsraad (hierna: COR) bestaat uit tien leden van de ondernemingsraden van Pluryn. Op de arbeidsovereenkomsten van medewerkers van Pluryn zijn verschillende cao’s van toepassing. In 2022 is een herstructurering van Pluryn gerealiseerd, waarbij uit een aantal afzonderlijke rechtspersonen één organisatie is ontstaan. Op 2 oktober 2023 heeft Pluryn een presentatie genaamd ‘Herijking aansturingsmodel – planning en plan van aanpak’ met het dagelijks bestuur van de COR gedeeld. Daaruit volgt de planning van de voorgenomen herijking van het aansturingsmodel van Pluryn , dat in drie fases zal worden gerealiseerd. Pluryn heeft op 4 december 2023 de voorgenomen besluiten ‘Besluit Herijking’ en ‘Besluit Sleutelfuncties’ ter instemming aan de COR voorgelegd. De COR heeft vervolgens overleg hierover gevoerd met Pluryn , diverse directeuren en vakbonden. De COR heeft opmerkingen bij het vraagstuk uitwisselbare functies in relatie tot de (kwalitatieve) selectie van directeuren. De centrale ondernemingsraad stemt in met het voorgenomen besluit onder de voorwaarde dat de selectie van de directeuren plaatsvindt conform het toetsingskader dat het UWV hanteert. Pluryn heeft de COR laten weten dat op grond van voornoemde instemming op 20 februari 2024 het definitieve besluit is genomen om de functies Pluryn Directeur bedrijfsvoering en Pluryn Directeur Zorg & Behandeling als sleutelfuncties te markeren. Daarop heeft de COR Pluryn bericht dat dit besluit geen deel uitmaakt van de instemmingsaanvraag. Pluryn stelt zich op het standpunt dat zij een herzien bestuursbesluit heeft genomen om de functies van Pluryn Directeur Bedrijfsvoering en Pluryn Directeur Zorg en Behandeling als sleutelfunctie te markeren waarbij in het selectieproces wordt gehandeld conform het toetsingskader van het UWV en het Sociaal Plan Pluryn. Vervolgens heeft Pluryn op 12 maart 2024 het besluit Herijking aansturingsmodel genomen. De COR heeft op 10 april 2024 bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam beroep ingesteld tegen het besluit Herijking bestuursmodel van Pluryn van 12 maart 2024 en verzocht het besluit kennelijk onredelijk te verklaren. Inmiddels heeft het selectieproces plaatsgevonden. Daarbij zijn elf directeuren benoemd in de sleutelfuncties. Bij brief van 12 juni 2024 heeft de COR de nietigheid van het besluit van 12 maart 2024 ingeroepen.

Oordeel

De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 5 september 2024 het verzoek om het besluit van 12 maart 2024 kennelijk onredelijk te verklaren afgewezen. Volgens de COR heeft Pluryn gelet op de wijze waarop aan het selectieproces uitvoering is gegeven kennelijk een nieuw besluit genomen om, in weerwil van de voorwaardelijk gegeven instemming en het daarop gevolgde herziene besluit van 5 maart 2024, een andere procedure te volgen in strijd met de UWV beleidsregels en de aan de instemming verbonden voorwaarden van de COR. Pluryn heeft primair als verweer gevoerd dat zij op 5 maart 2024 een besluit heeft genomen met instemming van de COR en dat zij ook daarnaar gehandeld heeft. Van een nadien genomen nieuw besluit is, aldus Pluryn, geen sprake. De stelling van de COR dat sprake is van een nieuw besluit door de wijze waarop Pluryn in mei 2024 aan het selectieproces van de directeursfuncties uitvoering heeft gegeven, volgt de kantonrechter niet. Pluryn heeft instemming aan de COR gevraagd om twee sleutelfuncties vast te stellen (de functie Pluryn directeur bedrijfsvoering en de functie Pluryn directeur zorg & behandeling) conform het sociaal plan. De COR heeft die instemming verleend onder de voorwaarde dat de selectie van de directeuren plaats zou vinden conform het toetsingskader dat het UWV hanteert. Uiteindelijk heeft de selectie volgens de COR niet overeenkomstig de gestelde voorwaarden maar op een andere wijze plaatsgevonden. Dat daaraan enig instemmingsplichtig besluit ten grondslag ligt, heeft de COR weliswaar gesteld, maar is niet gebleken. De wijze waarop Pluryn heeft geselecteerd betreft immers de feitelijke uitvoering. Voor zover de COR van oordeel is dat Pluryn niet aan de door haar gestelde voorwaarden voor instemming heeft voldaan, leidt dat ertoe dat van instemming geen sprake is. De COR kan in dat geval ageren, hetzij door nakoming te vorderen, hetzij door zich op de nietigheid van het besluit van 5 maart 2024 beroepen. Daarop ziet de onderhavige procedure evenwel niet.