Naar boven ↑

Rechtspraak

UWV/Van Werven Infra B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Zutphen), 30 oktober 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:7777
UWV heeft een regresvordering op de partij wier werknemer de verzekerde (zzp’er) aanreed met een shovel voor wat betreft de door het UWV gedane uitkeringen op grond van de ZW en Wet WIA. Geen succesvol beroep op de regresbeperking van de artikelen 52b ZW en 100 Wet WIA.

Feiten

In het kader van de totstandkoming van een nieuwbouwwijk in Gouda is Van Werven Infra B.V. door Meco (onderaannemer) ingehuurd voor het ter beschikking stellen van een shovel met chauffeur. De chauffeur van de shovel was een werknemer van Van Werven Infra. Naast Van Werven Infra was X als zzp’er door Meco ingehuurd om werkzaamheden op het bouwproject te verrichten. Op 9 oktober 2017 liep X aan de linkerkant van een weg op het bouwterrein in de richting van de schaftkeet. Daarbij is hij op enig moment van achteren aangereden door de shovel die op dat moment werd bestuurd door de werknemer van Van Werven Infra. Als gevolg van dit ongeval heeft X letsel aan zijn been opgelopen en is hij arbeidsongeschikt geraakt. X had zich als zzp’er vrijwillig tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid verzekerd bij het UWV. Om die reden had hij eerst recht op een Ziektewetuitkering en daarna op een WIA-uitkering. In onderhavige procedure vordert het UWV dat de rechtbank voor recht verklaart dat het UWV jegens Van Werven Infra recht heeft op verhaal van de door hem op grond van de Ziektewet en Wet WIA gemaakte kosten en Van Werven Infra te veroordelen tot betaling van de openstaande vordering van € 86.804,67 (betaalde uitkeringsgelden tot 1 januari 2024) en een toekomstige vordering van € 61.612,46 (nog te betalen uitkeringsgelden tot de pensioendatum). Het UWV baseert zijn vordering op artikel 52a ZW en artikel 99 lid 1 Wet WIA. Van Werven Infra erkent dat het UWV in beginsel een regresrecht op haar heeft, maar voert aan dat er naast haar nog een aansprakelijke partij is, namelijk Meco. Zij doet in dat kader een beroep op de regresbeperking die voortvloeit uit de artikelen 52b ZW en 100 Wet WIA en op een arrest van de Hoge Raad van 20 mei 1983 (ECLI:NL:HR:1983:AG4596).

Oordeel

De rechtbank oordeelt als volgt. Van Werven Infra baseert haar verweer op het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 1983, waarin vaststond dat twee partijen aansprakelijk waren en waarin vaststond dat het hof heeft beslist dat het ongeval op grond van de wederzijds gemaakte fouten voor 80% aan de ene aansprakelijke partij en voor 20% aan de andere aansprakelijke partij te wijten was. Ten aanzien van één van de aansprakelijke partijen gold de regresbeperking van de artikelen 52b ZW en 100 WIA (toen art. 91 WAO). Anders dan in het arrest waarop Van Werven Infra zich beroept, staat in deze zaak tussen het UWV en Van Werven Infra niet vast dat Meco aansprakelijk is voor de schade van X. Het staat immers niet vast dat Meco de werkgeefster is van X en dat zij in die hoedanigheid de zorgplicht heeft geschonden. Omdat Meco geen partij is in deze procedure, kan dat ook niet worden vastgesteld. Van Werven Infra kan zich dus niet beroepen op het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 1983, wat betekent dat het UWV volgens de artikelen 52a ZW en 99 lid 1 Wet WIA voor 100% regres kan nemen op Van Werven Infra. De rechtbank kent de gevorderde verklaring voor recht en de vordering met betrekking tot de al betaalde uitkeringsgelden tot 1 januari 2024 toe. De vordering tot betaling van de toekomstige kosten ineens, wordt bij gebrek aan een wettelijke grondslag afgewezen.