Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Hema B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 28 november 2024
ECLI:NL:RBLIM:2024:9155
Ontslag op staande voet na meermaals onrechtmatig goederen meenemen van HEMA. Ontslag houdt stand. Het meenemen van goederen van HEMA zonder te betalen is evident strijdig met de procedures, huisregels en richtlijnen en verdient de kwalificatie dringende reden.

Feiten

Werkneemster is sinds 20 januari 2019 werkzaam bij HEMA als verkoopmedewerkster in de vestiging te Heerlen, waar zij op de afdeling brood en gebak werkt. Zij heeft een dienstverband van 32 uur per week met een brutomaandloon van € 1.933,81 exclusief 8% vakantietoeslag. Op 9 januari 2019 heeft zij een verklaring ondertekend waarin zij akkoord is gegaan met de huisregels, waarin onder meer stond dat diefstal en fraude zouden leiden tot ontslag en mogelijk aangifte.

Begin juli 2024 ontving de filiaalmanager signalen dat werkneemster zich mogelijk aan fraude schuldig maakte. Hierop is op 12 juli een recherchebureau ingeschakeld, dat camerabeelden van week 28 heeft onderzocht. Uit deze beelden is gebleken dat werkneemster op meerdere dagen artikelen meenam zonder deze volledig af te rekenen. De vastgelegde gedragingen betreffen onder andere het opzij leggen van goederen bij haar kassa, het slechts gedeeltelijk afrekenen van deze goederen en het verlaten van het pand met een gevulde tas, vaak zonder gebruik te maken van haar eigen toegangspas.

Op 19 juli 2024 is werknemer door de filiaalmanager en een medewerker van het recherchebureau geconfronteerd met deze bevindingen, waarna zij op staande voet is ontslagen. Tijdens het gesprek heeft werkneemster in een schriftelijke verklaring erkend dat zij gedurende een half jaar goederen heeft verzameld en niet volledig heeft afgerekend. Werkneemster heeft aangegeven dat chaos en paniek in haar hoofd hierbij een rol spelen en dat ze hier al jaren hulp voor zoekt. Daarnaast heeft zij een verklaring ondertekend waarin zij aansprakelijkheid heeft erkend voor een geldschuld van € 400 en de kosten van het rechercheonderzoek, ter hoogte van € 500.

Het ontslag is bevestigd in een brief, waarin HEMA stelt dat de gedragingen van werkneemster het vertrouwen zodanig hebben geschaad dat voortzetting van het dienstverband onmogelijk is geworden. De gedragingen worden zowel afzonderlijk als in samenhang beschouwd als dringende redenen voor ontslag. Werkneemster heeft zich op 26 juli 2024 ziek gemeld en heeft via haar gemachtigde gevraagd om inzage in de camerabeelden. HEMA bood aan de beelden op haar hoofdkantoor te bekijken, maar hiervan heeft werkneemster geen gebruik gemaakt. Ondertussen heeft HEMA onderzocht of werkneemster zich ook op andere dagen schuldig heeft gemaakt aan het meenemen van goederen zonder deze af te rekenen. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek van HEMA om een gefixeerde schadevergoeding en het verzoek van werkneemster om vernietiging van het ontslag op staande voet worden gezamenlijk behandeld, zoals overeengekomen tijdens de mondelinge behandeling. De centrale vraag  is of het ontslag op staande voet van 19 juli 2024 rechtsgeldig was. 

HEMA heeft voldoende voortvarend gehandeld. Toen begin juli 2024 signalen over mogelijke fraude opdoken, startte HEMA direct een onderzoek. Er werd contact opgenomen met HR en de afdeling Safety & Security, een recherchebureau werd ingeschakeld, camerabeelden werden bekeken, en op 17 juli 2024 was het onderzoek afgerond. Twee dagen later werd werkneemster met de bevindingen geconfronteerd en na het horen van haar reactie is zij direct ontslagen. Daarmee is voldaan aan de eis van onverwijldheid.

De dringende reden voor het ontslag bestaat uit het onrechtmatig meenemen van goederen zonder deze af te rekenen, wat in strijd is met de huisregels en richtlijnen en het vertrouwen onherstelbaar heeft geschonden. HEMA heeft deze reden voldoende bewezen met camerabeelden, foto’s en bonnetjes. Uit de camerabeelden bleek dat de werkneemster op 11 en 12 juli 2024 producten meenam zonder af te rekenen, wat zij tijdens het gesprek op 19 juli 2024 ook bevestigde. Het verweer van werkneemster, waaronder haar beroep op psychische problemen, onduidelijke camerabeelden, en de mogelijkheid van contante betalingen, is onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat werkneemster zelf een situatie heeft gecreëerd die controle bemoeilijkte, bijvoorbeeld door geen personeelspas te scannen en tascontroles te omzeilen.

De kantonrechter concludeert dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het verzoek van werkneemster tot vernietiging van het ontslag en terugbetaling van ingehouden bedragen wordt afgewezen. De door HEMA verzochte gefixeerde schadevergoeding van € 3.037,03 wordt toegewezen, evenals de verklaring dat het ontslag terecht is gegeven. De schadevergoeding van € 3.154,07 voor onderzoekskosten wordt afgewezen wegens onvoldoende juridische onderbouwing.