Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 12 september 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:9378
Feiten
Oasis Group houdt zich bezig met papiervernietiging, recycling, en archiefbeheer. Werknemer was daar sinds 1 april 2020 in dienst als Commercial Director BENE. De arbeidsovereenkomst bevatte een verbod op nevenwerkzaamheden zonder schriftelijke toestemming en een boetebeding bij overtreding. Na een ziekmelding in maart 2024 ontstond een conflict over de bereikbaarheid van werknemer en medewerking aan re-integratie. Oasis ontdekte nevenactiviteiten van werknemer bij een vastgoedontwikkelaar, zonder melding aan Oasis. Ondanks gesprekken en onderzoek stelde Oasis vast dat werknemer actief voor deze vastgoedontwikkelaar werkte, ook tijdens zijn dienstverband bij Oasis, wat strijdig was met de arbeidsovereenkomst. Dit resulteerde op 22 april 2024 in ontslag op staande voet wegens ernstig verwijtbaar handelen en schending van integriteit. Werknemer verzoekt de kantonrechter om Oasis te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding, billijke vergoeding, buitengerechtelijke kosten, volledige rechtsbijstandskosten en proceskosten, omdat hij stelt dat het ontslag op staande voet onrechtmatig is gegeven. Oasis betwist dit en verzoekt op haar beurt afwijzing van de vorderingen, verklaring van recht omtrent verrekeningen, betaling van een resterende schadevergoeding en contractuele boete, en een verbod voor werknemer om zich als medewerker van Oasis te presenteren, met dwangsommen bij overtreding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet van werknemer door Oasis niet rechtsgeldig is, omdat het niet voldoet aan de vereisten van artikel 7:677 BW. De schending van het nevenwerkzaamhedenbeding, hoewel feitelijk bewezen, levert geen dringende reden op voor ontslag op staande voet, aangezien de overtreding geen directe schade of concurrentie voor Oasis veroorzaakte. Ook de betrokkenheid van werknemer bij een ander bedrijf was onvoldoende schadelijk. Het ontslag is onterecht gegeven, waardoor werknemer recht heeft op een vergoeding voor onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. De kantonrechter kent tevens een billijke vergoeding toe van twee maandsalarissen, aangezien Oasis ernstig verwijtbaar handelde door zonder verder overleg het ontslag op staande voet in te zetten. Dit wordt als ernstig verwijtbaar beschouwd omdat Oasis niet heeft gewacht op een zorgvuldige afweging van de situatie en de gevolgen voor werknemer. De billijke vergoeding is een compensatie voor het feit dat Oasis, door de wijze van ontslag, de belangen van werknemer in belangrijke mate heeft geschaad zonder dat dit in verhouding stond tot de overtreding. De immateriële schadevergoeding wordt afgewezen, omdat werknemer dit onvoldoende heeft onderbouwd. Het verzoek om een contractuele boete van € 1.117.250 wordt gematigd tot nihil, aangezien deze buitensporig is in verhouding tot de schade. Het verzoek van Oasis om werknemer te verbieden zich als werknemer voor te doen wordt toegewezen zonder dwangsom. Verder krijgt werknemer een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, met wettelijke rente vanaf de indiening van het verzoekschrift.