Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 3 januari 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:3
Feiten
Werknemer is in dienst (geweest) van Sales Lab B.V. Hij heeft in de inleidende dagvaarding doorbetaling van loon gevorderd. Sales Lab betwist dat zij hiertoe gehouden is omdat zij werknemer op 5 december 2023 heeft ontslagen. In de onderhavige procedure vordert Sales Lab haar te ontheffen van de veroordeling tegen haar uitgesproken bij vonnis van 26 april 2024 van de rechtbank Gelderland, met niet-ontvankelijkverklaring van werknemer dan wel afwijzing van zijn vorderingen en met veroordeling van werknemer in de proceskosten. Sales Lab doet een beroep op niet-ontvankelijkheid van werknemer op verschillende gronden.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Dagvaarding of verzoekschrift
Op grond van artikel 261 lid 2 Rv moeten met een verzoekschrift worden ingeleid alle zaken ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit. Voor beantwoording van de vraag of Sales Lab gehouden is tot (door)betaling van loon, dient eerst beoordeeld te worden of het gegeven ontslag al dan niet vernietigd moet worden. Daarvoor is het volgen van een verzoekschriftprocedure dwingend voorgeschreven in artikel 7:681 BW. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter op grond van artikel 69 Rv een zogenoemde spoorwissel zal toepassen en zal bevelen dat de procedure in de stand waarin die zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure.
Vervaltermijn
Sales Lab stelt vervolgens dat werknemer niet-ontvankelijk verklaard dient te worden omdat de bevoegdheid tot het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging van het ontslag is komen te vervallen op grond van artikel 7:686a lid 4 sub a BW. De kantonrechter oordeelt dat wanneer een procedure is ingeleid met een dagvaarding, terwijl dit een verzoekschrift had moeten zijn, de procedure op grond van artikel 69 lid 1 laatste volzin Rv aanhangig wordt geacht vanaf de oorspronkelijke dag van de dagvaarding. In dit geval is de inleidende dagvaarding op 1 februari betekend. Dit is binnen de vervaltermijn van twee maanden na het gegeven ontslag.
Nietigheid dagvaarding
Sales Lab doet echter een beroep op nietigheid van de inleidende dagvaarding omdat deze is uitgebracht aan het adres [adres 1] te Nijmegen, hetgeen een kantooradres betreft dat niet is ingeschreven in het Handelsregister. Aangezien Sales Lab statutair gevestigd is te Soerendonk, had de inleidende dagvaarding op grond van artikel 1:14 jo. 1:10 lid 2 BW aldaar betekend moeten worden, aldus Sales Lab. De kantonrechter is van oordeel dat de onderhavige kwestie gaat om 'aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen' als bedoeld in artikel 1:14 BW aangezien tussen partijen vaststaat dat werknemer zijn functie vanuit Nijmegen diende uit te oefenen en Sales Lab in de aan werknemer gerichte documenten (steeds) het adres in Nijmegen heeft gehanteerd. Ook als ervan wordt uitgegaan dat de betekening niet op de voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden, verwerpt de kantonrechter het beroep van Sales Lab op de nietigheid van de dagvaarding, gelet op het bepaalde in artikel 112 Rv. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft het door Sales Lab gestelde gebrek haar niet onredelijk in haar belangen geschaad. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.