Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 31 januari 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:803
Feiten
Bospop is een stichting die zich richt op het organiseren van culturele en muzikale activiteiten, waaronder het jaarlijkse driedaagse festival "Bospop Weert". Werknemer is sinds 2000 als vrijwilliger betrokken bij Bospop. In december 2021 is een vrijwilligersovereenkomst gesloten, die in maart 2022 is aangepast. Deze overeenkomst is door Bospop opgezegd in september 2024, met een einddatum van december 2024. Naast zijn vrijwillige werk is werknemer op 1 juli 2022 in dienst getreden bij Bospop voor acht uur per week. Hij ontvangt een salaris van € 840 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en andere emolumenten. Werknemer maakt deel uit van het managementteam van Bospop, samen met drie bestuursleden, onder wie de oprichter van het festival, naam 1, en zeven andere medewerkers. Werknemer is tevens middellijk bestuurder en enig aandeelhouder van zijn eigen bv, die op 15 maart 2017 een barter-/sponsorovereenkomst met Bospop heeft gesloten. Deze samenwerking duurde tot de festivaleditie van juli 2023. Er is een geschil tussen Bospop en de bv van werknemer over de domeinnaam www.bospop.nl. Bospop verzoekt in dit geding de arbeidsovereenkomst van werknemer te ontbinden op primair het bestaan van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, subsidiair verwijtbaar handelen van werknemer en meer subsidiair een combinatie van omstandigheden. Werknemer stelt zich op het standpunt dat Bospop het ontbindingsverzoek niet had mogen indienen, omdat zij niet overeenkomstig artikel 10 lid 1 van het huishoudelijk reglement heeft gehandeld.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op de arbeidsovereenkomst is het huishoudelijk reglement van toepassing, waarin regels staan voor ontslag van managementteamleden. Artikel 10 van dit reglement bepaalt dat ontslag alleen kan plaatsvinden bij eenparig besluit van het bestuur, eenparig besluit van het managementteam, of een besluit met volstrekte meerderheid van beide, in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering. Bospop stelt dat alle acht bestuursleden via e-mail op 19 augustus 2024 zijn uitgenodigd voor de bestuursvergadering van 28 augustus 2024, waarin de besluitvorming over het ontslag van de werknemer op de agenda stond. Tijdens de vergadering waren zeven bestuursleden aanwezig, aangezien één bestuurslid ziek was. Vier bestuursleden stemden voor het ontslag, drie tegen, wat resulteerde in een meerderheid van stemmen voor beëindiging van de arbeidsverhouding. Volgens Bospop is de besluitvorming in lijn met de statuten, waarin staat dat besluiten met een gewone meerderheid van stemmen kunnen worden genomen, tenzij de statuten een grotere meerderheid voorschrijven.
Het argument van Bospop gaat echter niet op. Hoewel het huishoudelijk reglement bepaalt dat de statuten prevaleren bij strijd, is er geen aanwijzing dat de arbeidsverhouding van de werknemer ook door de statuten van Bospop wordt beheerst. De statuten bevatten namelijk geen specifieke regels over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met leden van het managementteam. Daarom kan de bepaling in het huishoudelijk reglement niet terzijde worden gelegd op basis van de statuten, en blijft Bospop gebonden aan artikel 10 lid 1 van het huishoudelijk reglement.
Het ontslagverzoek wordt afgewezen, omdat Bospop niet heeft voldaan aan de eisen van het huishoudelijk reglement. Er is geen eenparig besluit van het bestuur of het managementteam, en geen speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering. Ook de verklaring van het managementteam wordt niet geacht gelijk te staan aan een formeel besluit tijdens een vergadering.
Bospop heeft de gemaakte afspraken over de ontslagprocedure niet nageleefd, wat betekent dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet toewijsbaar is. Omdat de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden, wordt ook het verzoek om een transitievergoeding afgewezen.