Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Detailconsult Personeel B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 januari 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:1506
Ontslag op staande voet. Werkneemster zou wisselgeld voor zichzelf hebben gehouden. Camerabeelden geven geen uitsluitsel. Voorshands bewezen geacht dat werkneemster het geld zelf heeft gehouden, maar zij wordt toegelaten tot leveren tegenbewijs.

Feiten

Werkneemster werkte sinds 21 maart 2019 bij Dirk, laatstelijk als kassamedewerkster B. Op 4 juli 2024 is zij op staande voet ontslagen. Dirk stelt dat zij op 29 juni 2024 wisselgeld van X voor zichzelf heeft gehouden door een briefje van € 20 niet terug te geven. Dit briefje bleef achter op het apparaat waar wisselgeld uitkomt. X vergat zijn fietssleutels en keerde even later terug. Volgens Dirk gaf werkneemster hem alleen de sleutels en hield zij het briefje achter. Werkneemster stelt echter dat zij beide in één beweging teruggaf. X meldde zich op 1 juli 2024 bij Dirk en zei € 20 te missen. Na het bekijken van de camerabeelden gaf Dirk hem dat bedrag terug. Op 3 juli 2024 werd werkneemster op het werk verzocht zich te melden. In het gesprek herhaalde zij eerst dat zij het geld had teruggegeven, maar erkende uiteindelijk dat ze het had gehouden. Ze zette deze verklaring op papier. Na het gesprek werd ze geschorst voor nader onderzoek. Op 4 juli 2024 werd het ontslag telefonisch medegedeeld en op 5 juli 2024 schriftelijk bevestigd. Werkneemster legt zich bij het ontslag neer maar verzoekt om een billijke vergoeding, transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding. Ook wil zij haar verklaring van 3 juli 2024 laten vernietigen wegens misbruik van omstandigheden. Dirk vindt dat haar verzoeken moeten worden afgewezen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat Dirk voortvarend heeft gehandeld. Hoewel de camerabeelden al op 1 juli 2024 zijn bekeken, mocht Dirk nader advies inwinnen en onderzoek laten doen. Daarvoor werd Hoffmann Bedrijfsrecherche ingeschakeld. Dirk mocht ook eerst werkneemster horen voor een definitieve beslissing. Dit gebeurde op 4 juli 2024, met schriftelijke bevestiging op 5 juli 2024. Er is geen sprake van onnodige vertraging, dus de opzegging was tijdig. Werkneemster stelt dat zij de verklaring onder druk heeft ondertekend, maar de kantonrechter volgt dit niet. De opname van het gesprek van 3 juli 2024 toont aan dat zij vrijwillig deelnam en vrij was om te vertrekken. Ook was zij niet verplicht om te antwoorden. Er is geen hoorbare druk om te verklaren dat zij het geld hield.

Bewijslast en tegenbewijs

De bewijslast van de aanwezigheid van een dringende reden voor het ontslag ligt bij de werkgever. De kantonrechter oordeelt voorshands dat Dirk bewijs heeft geleverd van haar stelling dat werkneemster het wisselgeld voor zichzelf heeft behouden. Tegen dwingend bewijs staat tegenbewijs open. Dat tegenbewijs is nog niet geleverd met de camerabeelden. Op de beeldopnames die Dirk heeft overgelegd is niet te zien of werkneemster het geld overhandigt. Wat wel te zien is, is dat zij in één beweging iets overhandigt. Werkneemster heeft uitdrukkelijk aangeboden om (getuigen)bewijs te leveren van haar stelling dat zij het wisselgeld wel degelijk heeft overhandigd, tegelijk met de sleutels. Gelet op dit aanbod laat de kantonrechter werkneemster toe tot het leveren van tegenbewijs tegen het voorshands door Dirk geleverde bewijs dat zij het geld voor zichzelf heeft gehouden. De kantonrechter verwijst de zaak naar de hieronder te noemen datum. In verband daarmee worden alle (verdere) beslissingen aangehouden.