Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 15 januari 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:924
Alhoewel werkneemster tijdens een verplichte safety & security-training van KLM letsel heeft opgelopen, levert dit geen schending van de zorgplicht voor KLM op.

Feiten 

Werkneemster werkt bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (hierna: KLM) als purser. Op 23 april 2022 nam werkneemster deel aan de jaarlijkse verplichte safety & security-training. Tijdens deze training wordt onder andere geoefend met het openen van verschillende vliegtuigdeuren onder verschillende omstandigheden. Zo wordt er ook geoefend met het openen van de deur van een Boeing 737 in de “Barcelona-stand”. In deze stand wordt een noodsituatie gesimuleerd waarbij de deur zonder “power-assist” tegen de zwaartekracht in moet worden geopend. Werkneemster stelt dat zij tijdens het uitvoeren van deze oefening letsel aan haar been heeft opgelopen. Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat KLM aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade.  

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt voldoende dat de lichamelijke klachten die werkneemster ervaart zich hebben geopenbaard op het werk. Daarmee staat in voldoende mate vast dat werkneemster schade lijdt in de uitoefening van haar werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 7:658 BW. De verplichte training waaraan werkneemster heeft deelgenomen valt binnen haar werkzaamheden. Werkneemster heeft verklaard dat zij tijdens de oefening met de deursimulator in Barcelona-stand opeens een krak voelde in haar been en dat de pijn erin schoot. Zij is vervolgens naar het medical center gebracht en is na het weekeind meteen naar de huisarts gegaan. Dat zich een incident heeft voorgedaan en dat werkneemster naar de airport medical services is gebracht, wordt bevestigd door de verklaringen van een collega en de instructeur. Uit de medische adviezen van KLM en werkneemster volgt ook dat zij op 23 april 2022 is gezien door de airport medical cervices en dat zij op 25 april 2022 bij haar huisarts is geweest. Werkneemster stelt dat KLM haar zorgplicht uit artikel 7:658 BW heeft geschonden. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is en licht dit als volgt toe. Dat er door het cabinepersoneel van KLM geoefend wordt met het openen van deuren die door een noodsituatie zwaarder opengaan is van groot belang voor de veiligheid van zowel haar passagiers als medewerkers. Bij dat oefenen kunnen geen extra personen of hulpmiddelen worden ingezet, omdat deze personen of hulpmiddelen in een echte noodsituatie ook niet voorhanden zijn. Dat de simulator onrealistisch zwaar en zwaarder dan bij eerdere trainingen stond afgesteld is onvoldoende gebleken. KLM heeft ervoor zorggedragen dat de medewerkers werden geïnstrueerd over hoe de oefeningen moesten worden uitgevoerd. Door de instructeurs en deurassistenten zijn ter plaatste instructies gegeven over het uitvoeren van de oefeningen. Werkneemster heeft verklaard dat zij bij het openen van de deur kracht heeft gezet vanuit met name haar linkerbeen. Volgens de instructie moest krachten worden gezet vanuit de schouders, maar werkneemster heeft dit niet gedaan omdat zij eerder problemen heeft gehad met haar schouders. Werkneemster had dit niet vooraf aan de instructeur of deurassistent gemeld, zodat deze daarop ook niet hebben kunnen anticiperen en werkneemster nader hebben kunnen instrueren hoe zij de oefening het beste kon uitvoeren. Onder deze omstandigheden ziet de kantonrechter niet in wat KLM redelijkerwijs nog meer had kunnen doen om te voorkomen dat werkneemster schade zou oplopen bij het uitvoeren van de oefening met de deursimulator. Het ontbreken van een risico-inventarisatie en- evaluatie kan anders dan werkneemster stelt niet tot een ander oordeel leiden. Een dergelijke inventarisatie zou immers niet hebben geleid of moeten leiden tot (meer) maatregelen die het ongeval wel hadden kunnen vorkomen. Van een schending van de zorgplicht door KLM is naar het oordeel van de kantonrechter dus geen sprake. Ook artikel 7:611 BW biedt geen grondslag voor aansprakelijkheid van KLM.