Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Aurelia
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 25 maart 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:1826
Vordering van werknemer tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad afgewezen. Feit dat onderbouwing voor reden van ontslag in personeelsdossier ontbreekt, betekent niet dat dit onrechtmatig is. Finaal kwijtingsbeding staat vordering bovendien in de weg.

Feiten
Werknemer is op 1 augustus 2000 bij Stichting Aurelia aangesteld als docent LB (Engels). Omdat werknemer onvoldoende functioneerde op het gebied van pedagogische en didactische vaardigheden hebben gedurende een lange periode vele gesprekken hierover met hem plaatsgevonden. In 2016 is werknemer vervangende werkzaamheden gaan uitoefenen. Ook voor deze werkzaamheden bleek werknemer de juiste vaardigheden te missen. Om die reden heeft Aurelia meermaals getracht met werknemer in gesprek te gaan over de beëindiging van zijn dienstverband. Omdat werknemer weigerachtig bleef, heeft Aurelia bij brief van 17 april 2018 haar voornemen tot ontslag wegens disfunctioneren en verlies van vertrouwen geuit, waarbij zij haar standpunten omtrent het disfunctioneren uiteen heeft gezet. Vervolgens hebben partijen alsnog een vaststellingsovereenkomst gesloten. In de vaststellingsovereenkomst is een finaal kwijtingsbeding opgenomen. Conform de vaststellingsovereenkomst heeft Aurelia werknemer per 1 oktober 2018 eervol ontslag verleend. Partijen hebben nadien diverse procedures gevoerd over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. In verband daarmee heeft de advocaat van werknemer Aurelia op 10 november 2021 om een kopie van het volledige personeelsdossier verzocht. Op grond van dit personeelsdossier heeft werknemer in eerste aanleg betoogd dat Aurelia onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door in de brief van 17 april 2018 op te nemen dat hij in geen enkele functie met leerlingen kan werken en dat leerlingen tegen hem beschermd moeten worden terwijl een deugdelijke onderbouwing in zijn personeelsdossier ontbreekt. Volgens werknemer heeft hij schade geleden, omdat hij in zijn eer en goede naam is aangetast. Bovendien meent hij dat hij psychische schade heeft geleden. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen, omdat de omstandigheid waarop werknemer zich ter onderbouwing van zijn vordering beroept zich heeft voorgedaan voorafgaand aan het sluiten van de vaststellingsovereenkomst en in die vaststellingsovereenkomst een finaal kwijtingsbeding is opgenomen. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld en komt daarmee specifiek op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het finalekwijtingsbeding eraan in de weg staat dat zijn vordering inhoudelijk wordt beoordeeld.

Oordeel
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werknemer meent, betekent het enkele feit dat een onderbouwing van een gedane uitlating in het personeelsdossier ontbreekt niet dat die uitlating op zichzelf onrechtmatig is. Aurelia heeft de gewraakte uitlating ook op andere wijze kunnen onderbouwen en tot uiting gebracht in diverse gesprekken met en brieven aan werknemer. Verder staat vast dat partijen veelvuldig met elkaar hebben gesproken over het (dis)functioneren van werknemer, er coaching en begeleiding is aangeboden, er een wijziging van werkzaamheden heeft plaatsgevonden en er uiteindelijk een vaststellingsovereenkomst is gesloten. In deze context is de uitlating van Aurelia in de brief van 17 april 2018 volgens het hof niet onrechtmatig. Nog afgezien van het feit dat de bewuste uitlating dus gelet op dit alles door Aurelia mocht worden gedaan, komt daar volgens het hof nog bij dat onder het finalekwijtingsbeding ook begrepen moet worden de aanspraak tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad. Werknemer was immers al voorafgaand aan/ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst op de hoogte van de reden van zijn ontslag. Inzage in het (gehele) personeelsdossier is toen kennelijk niet nodig geacht door (de advocaat van) werknemer. Nu het onrechtmatig handelen van Aurelia niet is komen vast te staan, komt het hof niet aan bespreking van de door werknemer gestelde schade toe. De eindconclusie is dan ook dat het hoger beroep niet slaagt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.