Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Zutphen), 3 april 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:2585
Feiten
Werknemer is sinds 27 juni 2022 in dienst bij HANOS Doetinchem B.V. (hierna: Hanos) in de functie van medewerker food met een loon van € 2.430 bruto per maand en 8% vakantietoeslag. Het huishoudelijk reglement van HANOS bevat bepalingen met betrekking tot werktijden en ziekmelding. Op 19 mei 2022 heeft HANOS werknemer schriftelijk een officiële waarschuwing gegeven voor te laat komen op 17 mei 2023 en voor twee keer in de week van 8 mei 2023. Op 28 juni 2023 volgt een officiële waarschuwing voor ongeoorloofde afwezigheid. Op 11 maart 2024 heeft HANOS werknemer een officiële waarschuwing gestuurd voor het niet naleven van de controlevoorschriften. Op 20 augustus respectievelijk 31 oktober 2024 volgen nog twee officiële waarschuwingen wegens het niet op het werk verschijnen en werkweigering. Op 20 november 2024 volgt een ontslag op staande voet: ondanks de diverse waarschuwingen en gesprekken is werknemer niet op het werk verschenen en wordt hemr verweten de werktijden te hebben overtreden. Werknemer verzoekt vernietiging en wedertewerkstelling omdat hij van oordeel is dat de aan hem medegedeelde ontslagredenen niet als dringende redenen kunnen worden aangemerkt. Het verweer van HANOS mondt uit in een (voorwaardelijk) tegenverzoek. Indien de kantonrechter het verzoek tot vernietiging van het ontslag toewijst, verzoekt HANOS de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden, primair op grond van verwijtbaar handelen, subsidiair op grond van disfunctioneren en meer subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Hanos heeft aangevoerd dat de dringende reden voor haar voornamelijk bestaat uit het niet opvolgen van de bij HANOS geldende regels ten aanzien van de werktijden en het zich ziek melden. Daarnaast is ook het weigeren van een redelijke opdracht in de uitvoering van het werk (zoals de opdracht te gaan werken op de emballage-afdeling) volgens HANOS aan te merken als een overtreding van de regels. Ten aanzien van het zich ziekmelden wijst HANOS op het huishoudelijk reglement waaraan werknemer zich moet houden. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt dat in dit huishoudelijk reglement de door HANOS voorgestane wijze van zich ziek melden niet is vastgelegd. Dat betekent dat HANOS werknemer niet met succes het verwijt maken dat hij zich niet aan de voorschriften voor het zich ziek melden heeft gehouden. Over de afwezigheid van werknemer in augustus 2024 overweegt de kantonrechter dat had HANOS er zonder ander bericht van uit moeten gaan dat werknemer ziek was omdat werknemer op 15 augustus 2024 naar huis was gegaan nadat hij was flauwgevallen. HANOS heeft in de waarschuwingsbrief van 20 augustus 2024 geschreven dat zij geen ziekmelding heeft ontvangen. Daarmee heeft HANOS zich naar het oordeel van de kantonrechter te formeel opgesteld en kan zij werknemer niet verwijten dat hij vanaf 16 augustus 2024 zonder bericht niet op het werk is verschenen. HANOS heeft verder als dringende reden aangevoerd dat werknemer op 30 oktober 2024 een redelijke opdracht, namelijk een uur bijspringen op de emballageafdeling, heeft geweigerd en dat hij ondanks waarschuwingen veelvuldig te laat kwam. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat de omvang en de frequentie van het te laat komen door werknemer zo ernstig is dat dit een dringende reden voor HANOS oplevert. De conclusie is dat de door HANOS aan werknemer verweten gedragingen zowel afzonderlijk als tezamen geen dringende reden voor het ontslag op staande voet opleveren. Daarbij weegt de kantonrechter ook de persoonlijke omstandigheden van werknemer mee. Het (voorwaardelijk) tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt echter toegewezen op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, gebaseerd op de gedragingen van werknemer.