Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP DRIE Y'S B.V.,
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 17 april 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:2277
Werkgever is de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst niet nagekomen.

Feiten

Werknemer heeft van 15 januari 2007 tot en met 30 september 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst bij (de rechtsvoorgangers) van Drie Y’s gewerkt als filiaalmanager. Partijen hebben op 26 mei 2023 een vaststellingsovereenkomst getekend waarin afgesproken is dat het dienstverband van werknemer per 1 oktober 2023 eindigt en diverse afspraken gemaakt over een correcte afwikkeling van het dienstverband. Werknemer is van mening dat Drie Y’s zich niet heeft gehouden aan de in de vaststellingsovereenkomst gemaakte afspraken. Werknemer vordert betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld, uitbetaling van de vakantiedagen en de beëindigingsvergoeding ter hoogte van € 25.750.

Oordeel

Nu Drie Y's geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd is de kantonrechter van oordeel dat de vorderingen van werknemer toegewezen kunnen worden met uitzondering van het navolgende. Voor zover Drie Y's met overlegging van de producties heeft willen aantonen dat zij aan haar verplichting voldaan heeft, gaat de kantonrechter hieraan voorbij. Het zonder nadere toelichting verstrekken van producties is daartoe onvoldoende. Daarbij heeft (de gemachtigde van) werknemer tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat het hem niet gelukt is om de producties te bekijken gelet op het tijdstip van indiening en de datum van de mondelinge behandeling. De gevorderde wettelijke verhoging wordt afgewezen. Drie Y's moet op grond van de door partijen getekende vaststellingsovereenkomst diverse bedragen aan werknemer betalen. In de vaststellingsovereenkomst is echter niets geregeld over wat er gebeurt als Drie Y's in verzuim is met tijdige betaling van deze bedragen. Het had op de weg van partijen gelegen om hier in de vaststellingsovereenkomst duidelijke afspraken over te maken vooral nu zij in artikel 3 van de overeenkomst duidelijke afspraken hebben gemaakt over de verplichtingen over en weer. Daarbij is ook meegewogen dat partijen in artikel 11 van de vaststellingsovereenkomst finale kwijting zijn overeengekomen. De vordering tot betaling van € 25.750 bruto ter zake van de beëindigingsvergoeding wordt toegewezen met dien verstande dat rekening gehouden moet worden met het nettobedrag van € 25.000 dat reeds betaald is. Werknemer heeft namelijk erkend dat hij een nettobedrag van € 25.000 van Drie Y's heeft ontvangen. De vorderingen die zien op de pensioenregeling kunnen ook worden toegewezen omdat Drie Y's in artikel 6 lid 3 van de vaststellingsovereenkomst heeft verklaard dat zij alle verplichtingen die voortvloeien uit de Pensioenwet of geldende pensioenregeling is nagekomen. Nu werknemer onweersproken heeft gesteld dat dit niet zo is, zal Drie Y's nog altijd moeten nakomen.