Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Lelystad), 15 januari 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:1807
Voorwaardelijke toezegging tot promotie. Er is niet voldaan aan alle voorwaarden. De vorderingen van werknemer worden afgewezen, maar de gebrekkige communicatie leidt tot compensatie van de proceskosten.

Feiten

Werknemer is op 27 augustus 2001 in dienst getreden bij werkgever als docent LB. Werknemer is secretaris van de medezeggenschapsraad en van de gezamenlijke medezeggenschapsraad van werkgever. Werkgever heeft meerdere keren onderzocht of werknemer benoemd kon worden tot docent LC. Volgens werknemer is aan hem een toezegging gedaan dat hij zou worden benoemd in de functie van docent LC als hij aan bepaalde voorwaarden zou voldoen. Bij e-mail van 20 december 2022 heeft de leidinggevende van werknemer hem medegedeeld dat het niveau van zijn lessen onvoldoende was om te worden benoemd tot docent LC. Werknemer vordert een veroordeling van werkgever om hem per 1 augustus 2022 te benoemen in de functie docent LC, en voert daarbij aan dat hij aan de door werkgever gestelde voorwaarden voor de LC-benoeming voldoet. Ook vordert werknemer betaling van achterstallig loon en een veroordeling van werkgever om de achterstand in pensioenopbouw weg te nemen.  

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit een e-mail van de leidinggevende van werknemer volgt dat het de intentie van werkgever was om werknemer onder voorwaarden te willen benoemen in de functie van docent LC. In de e-mail worden enkele voorwaarden genoemd, onder andere een betere zichtbaarheid van werknemer. Uit een gespreksverslag volgt dat er in het kader van de benoeming van werknemer tot docent LC twee lesbezoeken zouden plaatsvinden. Tijdens de lesbezoeken is het niveau van werknemer als docent als onvoldoende beoordeeld. Dat werknemer niet in aanmerking komt voor een benoeming als docent LC, is naar oordeel van de kantonrechter een in redelijkheid genomen beslissing. De leidinggevende van werknemer heeft weliswaar een voorwaardelijke toezegging gedaan over de mogelijke benoeming van werknemer, maar bij de toezegging heeft de leidinggevende een voorbehoud gemaakt. Verdere mondelinge toezeggingen die de leidinggevende volgens werknemer heeft gedaan, zijn onvoldoende komen vast te staan. Hoe dan ook veranderen eventuele mondelinge toezeggingen de aanvullende afspraken over lesbezoeken niet. De kantonrechter merkt niettemin op dat er bij en vanuit werkgever ongelukkig is gecommuniceerd naar werknemer ten aanzien van de eventuele LC-benoeming. Werknemer heeft nog aangevoerd dat de afwijzing voor de LC-benoeming verband zou houden met zijn lidmaatschap van de medezeggenschapsraad, maar de kantonrechter ziet dat verband niet. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij de gebrekkige communicatie wordt meegenomen.