Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/KPLogistiek B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 17 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:4676
Werkgever heeft inzage verleend in gegevens boordcomputer. Werknemer wenst inzage in nadere gegevens, maar heeft onvoldoende concreet onderbouwd waarom aangenomen zou moeten worden dat de werkgever over die aanvullende gegevens beschikt.

Feiten

Op 15 januari 2025 is KPLogistiek, in een tussenbeschikking, veroordeeld tot het overleggen aan werknemer van de ongeschoonde uitdraaien van de boordcomputer (in het elektronische tijdregistratiesysteem geregistreerde gegevens zoals bedoeld in de cao, te weten de datum, diensttijd met dagtotalen, rusttijd, pauzes en correcties), binnen veertien dagen na betekening van de beschikking, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 50 voor iedere dag dat KPLogistiek hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000. Met een e-mail van 5 februari 2025 heeft KPLogistiek de stukken aan werknemer verstrekt. Deze stukken heeft werknemer met zijn brief van 18 februari 2025 aan de kantonrechter overgelegd. Het zijn uitdraaien op naam van werknemer, met het opschrift ‘ongeschoond’, die per dag de aanvang- en eindtijd vermelden, met een specificatie van de op die dag geregistreerde (totaal)tijd per tachogroepcategorie. KPLogistiek stelt zich op het standpunt, dat zij met het overleggen van deze uitdraaien heeft voldaan aan de veroordeling in de tussenbeschikking. Werknemer meent daarentegen dat KPLogistiek niet de ongeschoonde uitdraaien van de boordcomputer heeft overgelegd. Volgens werknemer is een dergelijk overzicht van minuut tot minuut gebruikelijk, en geen overzicht per dag zoals  KPLogistiek heeft overgelegd. Daarbij verwijst hij naar een door hem als voorbeeld overgelegde uitdraai van een boordcomputer over de periode van 13 tot en met 19 december 2021. KPLogistiek betwist dat een uitdraai per minuut gebruikelijk is. Volgens KPLogistiek is dit afhankelijk van het gebruikte boordcomputersysteem. Verder stelt werknemer dat hij vrijwel dagelijks commentaren in de boordcomputer heeft gezet, die ontbreken in de door KPLogistiek verstrekte stukken. KPLogistiek zegt dat zij geen andere data kan aanleveren, dat de verstrekte gegevens betrouwbaar en volledig zijn en niet gemanipuleerd kunnen worden. Naar aanleiding van het bezwaar van werknemer dat de verstrekte uitdraaien niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen, heeft KPLogistiek op 27 februari 2025 per e-mail aan de leverancier van het door haar gebruikte elektronische tijdregistratiesysteem (Logicway) gevraagd om een reactie. Logicway heeft geantwoord dat de op te vragen lijsten de exacte weergave van data zijn, zoals deze door de boordcomputer worden aangeleverd. Andere data zijn niet beschikbaar.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat KPLogistiek voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat zij met de door haar overgelegde uitdraaien heeft voldaan aan haar verplichtingen op grond van het bepaalde in de cao. Daarin is geen verplichting tot het verstrekken van een ongeschoond overzicht van minuut tot minuut te lezen. Werknemer heeft niet toegelicht waarop hij zijn aanspraak op een dergelijk overzicht baseert en gezien het bericht van Logicway is niet aannemelijk dat KPLogistiek daarover beschikt. Ook voor de persoonlijke commentaren die werknemer stelt in de boordcomputer te hebben geregistreerd, geldt dat dit geen gegevens zijn waarvan volgens de cao een ongeschoonde uitdraai moet worden verstrekt. Voor zover werknemer meent dat er een andere grondslag bestaat voor een recht op inzage van die gegevens, zoals de algemene bewijsrechtelijke bepalingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, heeft hij onvoldoende concreet aangevoerd waarom aangenomen zou moeten worden dat KPLogistiek over dergelijke informatie beschikt. Daarbij kent de kantonrechter veel gewicht toe aan de verklaring van Logicway dat er geen andere data zijn dan die een-op-een vanuit de boordcomputer zijn aangeleverd en op de ongeschoonde lijsten zijn weergegeven. Werknemer heeft daar onvoldoende tegenover gesteld. De kantonrechter stelt vast dat werknemer op basis van deze bescheiden geen aanvullend of gewijzigd verzoek tot betaling van loon heeft ingediend en ziet geen aanleiding om werknemer daarvoor nog een nadere termijn te geven.