Werknemer stelt dat zijn werkgever de re-integratieverplichtingen ernstig heeft veronachtzaamd en verzoekt daarom om een billijke vergoeding en een immateriële schadevergoeding. Verzoek afgewezen.

Verzoek werkneemster tot oprichting van ondernemingsraad ontaardt in conflict met werkgeefster. Ontbindingsverzoek werkgeefster. Kantonrechter oordeelt dat werkgeefster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bij op non-actiefstelling. Toekenning billijke vergoeding van € 25.000.

Onduidelijkheid over opzegging werknemer die bedrijfssleutels achterlaat ten nadele van werkgever uitgelegd: er is sprake van een niet rechtsgeldige opzegging. Verschillende verzoeken, waaronder de billijke vergoeding, worden toegewezen.

Werkgeefster heeft een zodanig zwaarwichtig belang bij de overplaatsing van elf werknemers dat het belang van werknemers bij behoud van hun standplaats daarvoor moet wijken.

Voormalig werkgever heeft onvoldoende spoedeisend belang bij verbod op handelen in strijd met relatiebeding. Relatiebeding is inmiddels geëxpireerd en, voor zover al sprake zou zijn geweest van overtreding van het beding, werkgever heeft geen schade geleden.

Loonvordering toegewezen. De overeenkomst tussen partijen dient te worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst, meer specifiek een oproepovereenkomst.

In kort geding kan niet worden vastgesteld of een beheerdersechtpaar van een vakantiepark een arbeidsovereenkomst heeft. Gezien de spoedeisendheid wordt een voorlopige voorziening getroffen om via een voorschot aan de loonvordering tegemoet te komen.

Werkgever bij verstek veroordeeld tot loon(door)betaling onder bewind gestelde werknemer.

Arbeidsongeschikte werkneemster vordert in kort geding doorbetaling van loon na door werkgever doorgevoerde loonstop. De kantonrechter wijst vordering toe omdat werkneemster voldoende heeft meegewerkt aan het opstellen van een plan van aanpak.

Verrekening tekort aan opgebouwde verlofuren bij einde dienstverband.