Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Tilburg), 24 april 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:2681
Feiten
Werknemer is op 1 september 2022 bij Autobedrijf Van Mossel B.V. (hierna: Van Mossel) in dienst getreden. Van Mossel is onderdeel van de Van Mossel Automotive Group. Deze groep exploiteert onder meer dealerbedrijven van verschillende automerken, schadeherstelbedrijven en leasebedrijven. Tussen partijen is – bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst en bij het wijzigen van de functie – een concurrentiebeding overeengekomen. Het is werknemer verboden om gedurende het dienstverband en twaalf maanden daarna werkzaamheden te verrichten voor een onderneming die vergelijkbaar is met, aanverwant is aan en/of anderszins concurreert met de onderneming van werkgever, binnen een straal van 50 kilometer vanaf de vestiging van werkgever waar werknemer regulier werkzaam is. Aan het overeengekomen concurrentiebeding is ook een boete verbonden.
Op 23 januari 2025 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met Van Mossel opgezegd per 1 maart 2025. Werknemer was op dat moment voornemens om aansluitend bij X in dienst te treden. Partijen verschillen van mening over de reikwijdte en de vernietigbaarheid van het concurrentiebeding. (De gemachtigden van) partijen hebben hierover gecorrespondeerd, maar dat heeft niet tot een oplossing geleid. Werknemer stelt dat het beding hem onredelijk belemmert in het verkrijgen van passende arbeid en dat het daarom (deels) vernietigd dan wel geschorst moet worden. Van Mossel stelt daarentegen dat het beding noodzakelijk is ter bescherming van haar bedrijfsbelangen en dat werknemer met zijn overstap naar X het beding schendt. Werknemer vordert in conventie schorsing van het concurrentiebeding en veroordeling van Van Mossel tot het betalen van een voorschot op een schadevergoeding op grond van artikel 7:611 BW. Van Mossel vordert in reconventie om werknemer te verbieden het concurrentiebeding te overtreden.
Oordeel
Tussen partijen is niet in geschil dat de afstand tussen Van Mossel en de nieuwe werkgever 46,39 kilometer bedraagt, oftewel minder dan 50 kilometer. Er zijn vooralsnog geen (voldoende) aanwijzingen dat het geografische bereik van het concurrentiebeding anders uitgelegd moet worden. Daarom gaat de kantonrechter er in dit kort geding van uit dat de werkzaamheden die werknemer bij de nieuwe werkgever wil gaan uitoefenen onder het concurrentiebeding vallen. De kantonrechter ziet echter wel aanleiding om het concurrentiebeding te schorsen. Van Mossel heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat haar bedrijfsdebiet wordt aangetast. Indien in de bodemprocedure geoordeeld zou worden dat het bedrijfsdebiet wél wordt aangetast, dan geldt nog steeds dat een belangenafweging moet plaatsvinden. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval het belang van werknemer zwaarder weegt, mede gezien de aard van de nieuwe functie, de afstand tot de voormalige werkplek en het tijdsverloop. Het concurrentiebeding wordt daarom geschorst voor de duur van het dienstverband bij de nieuwe werkgever.
De vordering van werknemer tot betaling van een voorschot op een schadevergoeding wordt afgewezen, nu onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat Van Mossel ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.