Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 3 april 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:4980
Feiten
Werknemer was sinds 22 juli 2024 in dienst bij RealNetwork Services. De arbeidsovereenkomst is bij brief van 19 november 2024 door RealNetwork Services buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling, en subsidiair is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer vordert vernietiging van dit ontslag en dat RealNetwork Services B.V. het salaris weer moet doorbetalen, dan wel een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. RealNetwork Services stelt dat werknemer niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoeken, omdat RealNetwork Services B.V. niet de werkgever van werknemer is. Voor het geval werknemer wél ontvankelijk is, stelt RealNetwork Services dat de verzoeken moeten worden afgewezen en verzoekt zij op haar beurt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat werknemer niet-ontvankelijk is in zijn verzoeken, omdat hij de verkeerde partij in rechte heeft betrokken. Er is geen sprake van een kennelijke verschrijving: het opnemen van “RealNetwork Services B.V.” in plaats van de juiste (eenmanszaak) vormt een wezenlijke vergissing. Uit de arbeidsovereenkomst en de KvK-gegevens bleek duidelijk wie de werkgever was. Ook na de waarschuwing in de brief van 21 januari 2025 heeft werknemer nagelaten om tijdig rectificatie te verzoeken. De kantonrechter acht het niet wenselijk om een uitspraak te doen jegens een niet-bestaande of onjuiste partij, omdat dat zou kunnen leiden tot executieproblemen. De inhoudelijke beoordeling van de zaak blijft daarom achterwege. Werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten.