Naar boven ↑

Rechtspraak

XL Insurance Company SE/ ROWONE B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 15 december 2021
ECLI:NL:RBDHA:2021:13997
Werkgeversaansprakelijkheid. Zowel hoofdaannemer als opdrachtgever is de op hem rustende zorgplicht jegens zzp’er niet nagekomen. De onderlinge verdeling bepaalt de rechter op 10% voor opdrachtgever en 90% voor hoofdaannemer.

Feiten

Op 14 augustus 2017 is zzp’er op de bouwlocatie een bedrijfsongeval overkomen. Zzp’er was ten tijde van het ongeval als zelfstandig betonvlechter werkzaam in opdracht van RowOne. De werkzaamheden van zzp’er vonden plaats in het kader van een bouwproject van Hoofdaannemer. Hoofdaannemer had het leveren en vlechten van wapeningsstaal voor het bouwproject uitbesteed aan onderaannemer die op zijn beurt het betonvlechtwerk had uitbesteed aan RowOne. Op 20 juli 2017, de laatste donderdag vóór de bouwvakantie, was de gevelsteiger door hoofdaannemer verhoogd naar de tweede verdieping. De dag van het bedrijfsongeval was de eerste dag nà de bouwvakantie. De assistent-uitvoerder van hoofdaannemer heeft op de ochtend van het ongeval rond 6:45 uur de diverse bouwlagen van het bouwwerk gecontroleerd. Rond 7:00 is zzp’er samen met een collega gestart met de werkzaamheden. Rond 7:20 uur is zzp’er door een sparing van de gevelsteiger ongeveer zes meter naar beneden gevallen, waarbij hij letsel heeft opgelopen aan zijn sleutelbeen, ribben en nekwervels. Zzp’er heeft hoofdaannemer en onderaannemer en Artifex bij brief van 25 augustus 2017 aansprakelijk gesteld. Zzp’er en de aansprakelijkheidsverzekeraar van hoofdaannemer, AXA XL, zijn een overeenkomst van cessie overeengekomen. De Inspectie SZW heeft naar aanleiding van het bedrijfsongeval onderzoek gedaan waarbij de arbeidsinspecteur een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwetgeving heeft geconstateerd. Er is RowOne geen boete opgelegd. In het kader van het onderzoek zijn diverse verklaringen afgelegd. AXA XL vordert o.a. een verklaring voor recht dat RowOne aansprakelijk is voor de schade van zzp’er.

Oordeel

De eerste vraag die moet worden beantwoord is of RowOne als opdrachtgever van zzp’er op grond van artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijk kan zijn. De kantonrechter is van oordeel dat de werkzaamheden die zzp’er moest verrichten hebben plaatsgevonden in de uitoefening van het bedrijf van RowOne. Zzp’er was voor zijn veiligheid ook mede afhankelijk van RowOne. Blijkens de voor dit bouwproject opgestelde Risico-Inventarisatie & Evaluatie (hierna: RI&E) waarvan RowOne ook gebruikmaakte, moeten de betonstaalverwerkers, althans hun voorman, bij het werken op hoogte controleren of trapgaten en overige sparingen zijn dichtgelegd en beveiligd door middel van leuningwerk. Vervolgens moet worden beoordeeld of ook hoofdaannemer jegens zzp’er aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW. Hiertoe oordeelt de kantonrechter dat de werkzaamheden die zzp’er moest verrichten hebben plaatsgevonden in de uitoefening van het bedrijf van hoofdaannemer. Hoofdaannemer heeft weliswaar geen betonvlechters in dienst, maar dit brengt niet mee dat de werkzaamheden van de betonvlechters niet behoren tot de arbeid die hoofdaannemer in de uitoefening van zijn bouwbedrijf liet verrichten.
Eveneens kan worden geoordeeld dat zzp’er voor zijn veiligheid mede afhankelijk was van hoofdaannemer. Vaststaat dat zzp’er door een trapgat in de kopgevelsteiger naar beneden is gevallen. De steiger werd gehuurd door hoofdaannemer. Uit de RI&E blijkt dat de hoofdaannemer verantwoordelijk was voor het afdekken van de sparingen en/of het plaatsen van leuningwerk (valbeveiliging of randbeveiliging/leuning) rondom de sparing. De conclusie is dat ook hoofdaannemer jegens zzp’er aansprakelijk is. Dit betekent dat de regresverhouding tussen hoofdaannemer en RowOne moet worden beoordeeld. De kantonrechter is van oordeel dat de schade grotendeels aan hoofdaannemer is toe te rekenen. Op hoofdaannemer als hoofdaannemer rustte primair de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de veiligheid op de bouwplaats. In het bijzonder diende hoofdaannemer erop toe te zien dat maatregelen werden getroffen ter voorkoming van valgevaar bij het werken op hoogte. Vaststaat dat de sparing in de vloer van de gevelsteiger niet deugdelijk was afgedekt. Zzp’er is immers door deze sparing heen gevallen. Uit de feiten en omstandigheden volgt naar oordeel van de rechtbank bovendien dat de randbeveiliging niet (intact) aanwezig was op de dag dat het ongeval heeft plaatsgevonden. Dat is in overwegende mate aan hoofdaannemer te wijten. Gezien de op RowOne en hoofdaannemer rustende zorgplicht jegens zzp’er en de verwijten die hun in dit verband kunnen worden gemaakt, ziet de kantonrechter grond te bepalen dat 10% van de uit het ongeval van zzp’er voor AXA XL voortvloeiende schade door RowOne moet worden gedragen en 90% van de schade voor rekening van hoofdaannemer dient te komen.