Stichting Saxion/werknemer

Werknemer is in 1997 in dienst getreden van Stichting Onderwijscentrum Twente (thans: Saxion). Laatstelijk is hij werkzaam geweest op de school Edith Stein als netwerkbeheerder. Stichting Onderwijscentrum Twente heeft verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden, omdat werknemer computers van de school via Marktplaats heeft verkocht, met de kennelijke bedoeling de opbrengst daarvan voor zichzelf te behouden. Werknemer wist dat hij deze computers naar een goed doel moest afvoeren. De kantonrechter Enschede heeft de arbeidsovereenkomst op 4 oktober 2012 ontbonden zonder toekenning van een vergoeding (zie AR 2012-0910). Bij beschikking van 10 april 2013 heeft de kantonrechter de beschikking van 4 oktober 2012 herroepen en bepaald dat een nieuwe behandeling van het destijds door de Stichting Onderwijscentrum Twente ingediende verzoek zal plaatsvinden (zie AR 2013-0544). Werknemer heeft een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet aannemelijk is geworden dat werknemer bekend was met het beleid met betrekking tot de afvoer van overtollige spullen van de ICT-afdeling. Het had werknemer, beleid of niet, duidelijk moeten zijn dat het niet de bedoeling kon zijn dat hij zonder voorafgaand overleg met zijn leidinggevende computers, gefinancierd met publieke middelen, op Marktplaats.nl te koop aanbood. Hij heeft daarmee de schijn over zich afgeroepen ‘meerdere’ (en dus meer dan twee stuks) computers voor een ‘leuk’ bedrag te willen verkopen en de opbrengst te willen behouden. Hij heeft daarmee het vertrouwen van Edith Stein beschaamd. Nu er geen sprake was van bij werknemer bekend beleid, de mail met toestemming van zijn leidinggevende multi-interpretabel was, is de beoogde beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ondanks het onjuiste handelen van werknemer wel een zeer zware maatregel, zeker gelet op het goede functioneren van werknemer gedurende circa 16 jaar. Voorts is door de op non-actiefstelling en publiciteit binnen Edith Stein ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk geworden. Volgt ontbinding met C=0,7 (afgerond 39.600 bruto), waarbij rekening is gehouden met de wachtgeldregeling. Ten aanzien van het voorwaardelijk tegenverzoek wordt dezelfde vergoeding toegewezen.