Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 10 april 2013
ECLI:NL:RBOVE:2013:1177
werknemer/Stichting Saxion
Werknemer is in 1997 in dienst getreden van Stichting Onderwijscentrum Twente (thans: Saxion). Laatstelijk is hij werkzaam geweest op de school Edith Stein als netwerkbeheerder. Stichting Onderwijscentrum Twente heeft verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden, omdat werknemer computers van de school via Marktplaats heeft verkocht, met de kennelijke bedoeling de opbrengst daarvan voor zichzelf te behouden. Werknemer wist volgens Stichting Onderwijscentrum Twente dat hij deze computers naar een goed doel moest afvoeren. De kantonrechter Enschede heeft de arbeidsovereenkomst op 4 oktober 2012 ontbonden zonder toekenning van een vergoeding (zie AR 2012-0910). Thans verzoekt werknemer de ontbindingsbeschikking te herroepen. Werknemer heeft, ter onderbouwing van zijn verweer dat de stichting Onderwijscentrum Twente ten onrechte heeft gesteld dat er ter zake van het afvoeren van computers beleid bestond, thans verklaringen in het geding gebracht van zijn voormalige collega’s de heer W. en mevrouw E. Beide collega’s waren in de zomer van 2012 ICT-medewerker bij Onderwijscentrum Twente en derhalve directe collega’s van werknemer. Uit deze verklaringen blijkt, ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien, dat van een beleid als door de Stichting Onderwijscentrum Twente in de ontbindingsprocedure gesteld, geen sprake is geweest. Werknemer stelt dat de Stichting Onderwijscentrum Twente niet had mogen stellen en had mogen volharden in haar stelling dat ter zake van de afvoer van computers beleid was opgesteld en kenbaar was gemaakt en dat om die reden het verzoek tot herroeping dient te worden toegewezen.
De kantonrechter oordeelt dat van bedrog als bedoeld in artikel 382 onder a Rv sprake is geweest, zodat het herroepingsverzoek wordt toegewezen. Hiertoe wordt verwezen naar het arrest Gruijthuijsen/Rabobank (HR 19 december 2003, JAR 2004/15), waarin de Hoge Raad onder meer heeft overwogen: ‘Bij de behandeling van deze klachten moet worden vooropgesteld dat reeds van bedrog in de zin van artikel 382, aanhef en onder a, sprake is indien een partij door haar oneerlijke proceshouding belet dat in de procedure feiten aan het licht komen die tot een voor de wederpartij gunstige afloop van die procedure zouden hebben kunnen leiden.’ Voor bedrog als bedoeld in genoemd artikel, onder a, is derhalve geen opzet of enige vorm van kwade wil vereist, ook de norm voor bedrog van artikel 3:44 BW is derhalve niet van toepassing. De omstandigheid dat de Stichting Onderwijscentrum Twente tijdens de behandeling van het ontbindingsverzoek desgevraagd en ondanks het verweer van werknemer heeft volhard in haar stelling dat beleid vanaf 2010 (inhoudend dat computers alleen via goede doelen mochten worden afgevoerd), als vervolg op de e-mail van mevrouw K. van 9 februari 2010 aan werknemer en zijn collega’s kenbaar was gemaakt, levert bedrog op. Daar komt bij dat thans in de onderhavige herroepingsprocedure de e-mail van A bekend is geworden, waaruit blijkt dat werknemer de computers had af te voeren en daarbij geen enkel ander voorbehoud is gemaakt dan dat er 15 computers bewaard moesten blijven voor goede doelen. Die e-mail, die het gestelde beleid van de Stichting Onderwijscentrum Twente ontkracht, althans zeker niet bevestigt, was tijdens de mondelinge behandeling van de ontbindingsbeschikking niet door de Stichting Onderwijscentrum Twente in het geding gebracht. Werknemer kon die niet in het geding brengen omdat hem de toegang tot het netwerk/zijn mailbox was ontzegd. Er zal een nieuwe mondelinge behandeling van het ontbindingsverzoek plaatsvinden (red.: zie voor de eindbeschikking AR 2013-0516).