Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Y
Rechtbank Noord-Holland, 14 juni 2012

X/Y

Schoonmaakster Britse ambassade is niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Bevoegde rechter en toepasselijk recht

X is in 1988 in dienst getreden van de Britse ambassade. Zij verricht schoonmaakwerkzaamheden. Vanaf 2001 heeft zij deze werkzaamheden als zelfstandige verricht. In 2009 heeft de ambassade besloten de schoonmaakwerkzaamheden uit te besteden aan Y. Vanaf april 2009 heeft X in opdracht van Y nog schoonmaakwerkzaamheden verricht en hiervoor facturen verstuurd. Per 28 februari 2011 is de overeenkomst door Y opgezegd. X stelt dat vanaf april 2009 een arbeidsovereenkomst met Y is ontstaan. Zij vordert loondoorbetaling. Y voert aan dat de kantonrechter onbevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen, aangezien tussen partijen geen arbeidsovereenkomst heeft bestaan, maar een (onder)aanneemovereenkomst. Op die laatste overeenkomst is Engels recht van toepassing verklaard en is de Engelse rechter als bevoegde rechter aangewezen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In een tussenvonnis is reeds beslist dat aan de hand van de EEX-verordening moet worden bepaald of de kantonrechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Er is geen grond voor de kantonrechter om zich ex artikel 25 EEX-verordening ambtshalve onbevoegd te verklaren. Om te kunnen beoordelen of de kantonrechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen, wordt allereerst beoordeeld of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Gelet op de partijbedoeling en de feitelijke uitvoering wordt geoordeeld dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Vervolgens wordt geoordeeld dat geen rechtsgeldig forumkeuzebeding (artikel 23 EEX-verordening) is overeengekomen, op grond waarvan de Engelse rechter bevoegd zou zijn. Onvoldoende onderbouwd is dat X de algemene voorwaarden met daarin het forumkeuzebeding daadwerkelijk heeft ontvangen, laat staan dat X daarmee heeft ingestemd. Gelet op het schriftelijkheidsvereiste van artikel 23 EEX-verordening kan niet worden aangenomen dat X de toepasselijkheid van het forumkeuzebeding stilzwijgend heeft aanvaard. Vaststaat dat X woonplaats heeft in een lidstaat en dat de onderhavige procedure ziet op een verbintenis uit overeenkomst, zodat artikel 5 lid 1 EEX-verordening van toepassing is. Dat zij op grond van artikel 60 EEX-verordening (ook) woonplaats heeft in Londen doet hier niet aan af. X heeft haar werkzaamheden op de Britse ambassade in Den Haag verricht. De Nederlandse rechter is bevoegd van het geschil kennis te nemen. Aangezien Y is gevestigd in Nieuw Vennep, is de Kantonrechter Haarlem bevoegd om van deze zaak kennis te nemen. Op de overeenkomst is op grond van artikel 4 EVO Nederlands recht van toepassing. Hiervoor is redengevend dat Y is gevestigd in Nederland en X in Nederland woont. Kernvraag is of X werkzaam was als ‘kleine zelfstandige’ en Y de overeenkomst in strijd met artikel 6 BBA heeft opgezegd. Aangezien de vordering niet wegens haar aard behoort tot de competentie van de kantonrechter en thans niet vaststaat dat de vordering minder dan € 25.000 beloopt, dient zich de vraag aan of de zaak moet worden verwezen naar de sector civiel. De zaak wordt aangehouden, zodat partijen zich hierover kunnen uitlaten. (Red: zie voor het eindvonnis AR 2013-0657.)