Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Wijcker Groen B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 17 juli 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:6570

Werknemer/Wijcker Groen B.V.

Werknemer heeft door de kraan, zonder reden, 180 graden te draaien een dusdanig gevaarzettende situatie in het leven geroepen, dat hiermee in de gegeven omstandigheden een dringende reden voor ontslag op staande voet is gegeven. Tevens sprake van ernstig verwijtbaar handelen.

Feiten

Werknemer is op 1 oktober 2015 in dienst getreden bij Wijcker Groen. Op 23 januari 2019 heeft een medewerker van Wijcker Groen ernstig letsel opgelopen op de werf van Wijcker Groen, doordat er vanuit de grijper van de kraan waarin werknemer op dat moment werkzaam was, een boomstam op de voet van de medewerker terecht is gekomen. Werknemer is vervolgens op non-actief gesteld. De medewerker heeft bij de politie aangifte tegen werknemer gedaan van zware mishandeling. Werknemer heeft een officiële waarschuwing gekregen en is twee weken geschorst in verband met het onderzoek. Medegedeeld is dat de uitkomst van het onderzoek kan leiden tot een andere sanctie. Op 29 januari 2019 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer heeft op 7 maart 2019 bezwaar gemaakt tegen het ontslag op staande voet. Werknemer verzoekt in deze procedure onder meer een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.

Oordeel

Partijen verschillen van mening over de toedracht van de gebeurtenis op 23 januari 2019. Werknemer stelt dat hij niet met opzet of bewust roekeloos heeft gehandeld, maar het ernstig letsel van de medewerker het gevolg is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Wijcker Groen heeft op basis van verklaringen van diverse medewerkers aangevoerd dat werknemer geen aanleiding had om de kraan, met de boomstam in de grijper, 180 graden te draaien. Voor zover werknemer, nadat hij een knal hoorde, wilde kijken wat er achter hem gebeurde, had hij zichzelf gewoon kunnen omdraaien. De reden dat werknemer de kraan heeft gedraaid is omdat hij de medewerker wilde ‘waarschuwen’, in verband met het gooien van een sneeuwbal. Er is bovendien een actieve handeling nodig om een boomstam op te pakken en weer los te laten. De boomstam kan onmogelijk losgeraakt zijn uit de grijpen, zoals werknemer heeft gesteld. Werknemer ontkent ook niet dat hij zou hebben gereageerd met ‘misschien leer hij ervan, moet hij maar niet zo kinderachtig doen’. De kantonrechter oordeelt dat werknemer met zijn gedraging een dusdanig gevaarzettende situatie in het leven heeft geroepen, dat hiermee in de gegeven omstandigheden een dringende reden voor ontslag op staande voet is gegeven. De veroordeling tot betaling van een billijke vergoeding alsmede van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt afgewezen. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook ernstige verwijtbaarheid op. Werknemer behoorde zich naar het oordeel van de kantonrechter bewust te zijn van het onoorbare karakter van zijn handelen, waarmee hij een zeer gevaarlijke situatie in het leven heeft geroepen, met ernstig letsel als gevolg. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en ook dit verzoek van werknemer zal worden afgewezen.