Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 14 juni 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:5547
Feiten
Werknemer heeft op basis van een arbeidsovereenkomst gewerkt bij Oostwings B.V. Werknemer stelt dat Oostwings hem nog salaris moet betalen. Het gaat daarbij om uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen en om opgebouwd vakantiegeld. Werknemer procedeert zelf en is de procedure gestart met een verzoekschrift. Oostwings is niet in de procedure verschenen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer kan deze procedure niet starten met een verzoekschrift. Werknemer wil namelijk dat Oostwings wordt veroordeeld om verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen (artikel 3:296 BW). Zo’n procedure moet worden gestart door een dagvaarding, omdat niet uit de wet blijkt dat dit met een verzoekschrift kan (artikel 261 lid 2 Rv en artikel 125 Rv). Werknemer heeft dus een verkeerd processtuk gebruikt. De kantonrechter geeft werknemer de gelegenheid om Oostwings alsnog met een dagvaarding door de deurwaarder te laten oproepen. Ook zet de kantonrechter de procedure om naar een dagvaardingsprocedure (artikel 69 Rv). De kantonrechter verwijst de zaak naar de rolzitting van dinsdag 16 juli 2024, 11.30 uur, waarvoor werknemer Oostwings met een dagvaarding moet laten oproepen en bepaalt dat de procedure wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.