Werknemer (geboren 1954) is met ingang van 1 september 1990 in dienst van Delta Lloyd getreden. In 2001 is werknemer uitgevallen wegens ziekte (keelkanker). Op 21 november 2006 zegde de werkgever met toestemming van de CWI de arbeidsovereenkomst op, welke op 1 april 2007 eindigde.

Volgens werknemer is het ontslag kennelijk onredelijk omdat de ontslaggrond ten tijde van de opzegging niet meer bestond ten tijde van het ontslag. De kantonrechter overweegt dat in beginsel de situatie ten tijde van de opzegging heeft te gelden als toetsingskader, maar dat indien bij werknemer relevante verbetering in de arbeidsongeschiktheid zijn gebleken mogelijk ook de periode tot aan ontslag als toetsingskader kan dienen. Indien dit zo mocht zijn, volgt enkel daaruit nog niet zonder meer dat de (gehandhaafde) opzegging als kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt.

Wel acht de rechter gezien alle omstandigheden van het geval de gevolgen voor de werknemer zo ingrijpend dat als nog van een kennelijk onredelijk ontslag gesproken kan worden. De vergoeding is niet conform de Kantonrechtersformule.