Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Kern van het geschil betreft de vraag of DHB Bank vanaf 1 augustus 2007 nog als werkgever van eiser kan worden beschouwd en of zij eiser dientengevolge tot zijn werkzaamheden moet toelaten en hem zijn loon moet doorbetalen. Vast staat dat eiser in ieder geval tot 1 augustus 2007 formeel in dienst was van DHB Bank en dat hij was gedetacheerd bij de dochteronderneming DHB Hypotheken en Verzekeringen (materiƫle werkgever). Van een arbeidsovereenkomst tussen DHB Hypotheken en Verzekeringen en eiser was derhalve geen sprake. Na de overdracht van DHB Hypotheken en Verzekeringen is werknemer een arbeidsovereenkomst door de verkrijger aangeboden. Werknemer heeft deze geweigerd en vordert loondoorbetaling van de formele werkgever. Volgens de rechter leidt de contractuele relatie tussen DHB Bank en werknemer er toe dat de arbeidsovereenkomst tussen DHB Bank en eiser na 1 augustus 2007 in stand is gebleven en dat DHB Bank de hieruit voortvloeiende verplichtingen voor haar rekening dient te nemen.