Eiser heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat gedaagde A dan wel Infra-Nova B.V. (waarvan gedaagde A statutair directeur is) werknemers van eiser heeft benaderd om deze werknemers ertoe te bewegen in dienst te treden bij Infra-Nova B.V. Voorts heeft eiser gesteld dat Infra-Nova B.V. sinds kort in ieder geval vijf oud-werknemers van eiser daadwerkelijk in dienst heeft genomen. Het voorgaande levert naar de mening van eiser strijd op met artikel 13 lid 2 van de beëindigde arbeidsovereenkomst tussen eiser en gedaagde A. Gedaagden hebben dit betwist en daartoe aangevoerd dat er geen werknemers zijn benaderd en daarnaast dat het Infra-Nova B.V. vrij stond oud-werknemers van eiser in dienst te nemen.

Volgens de rechter komt de kern van het verschil neer om de uitleg van het litigieuze beding. Anders dan gedaagden leest de rechter in het beding zowel het benaderen als het feitelijk in dienst nemen van werknemers als ook oud werknemers in het beding. Bijgevolg is sprake van een contractuele overtreding en zijn de gevorderde boetes van eiser voor toewijzing vatbaar.