Rechtspraak
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Werknemersverzoek na verkregen ontslagvergunning CWI. Arbeidsovereenkomst eindigt onregelmatig, maar vóór de ontbindingsdatum. De kantonrechter overweegt als volgt. Eerst dient de vraag aan de orde te komen of het verzoek nog inhoudelijk kan worden beoordeeld, nu Lammerts de arbeidsovereenkomst bij brief van 12 november 2007 tegen 1 december 2007 heeft opgezegd. Dit betekent volgens Lammerts dat de arbeidsovereenkomst op dat moment is geëindigd, zij het dat dit de werkgever schadeplichtig maakt.
Dit standpunt is juist. Immers, door de afgifte van de ontslagvergunning en de daarop gebaseerde opzegging van de arbeidsovereenkomst is de weg van vernietiging van de opzegging wegens strijd met het BBA afgesloten. Voorts is niet gesteld of gebleken dat sprake is (geweest) van een opzegverbod, zodat de opzegging ook niet op die grond kan worden aangetast. Gezien de tekst en de strekking van het bepaalde in de art 7:677 en 680 BW is de conclusie dan ook dat door de onregelmatige opzegging de arbeidsovereenkomst eindigde op 1 december 2007, maar dat de negatieve effecten daarvan dienden te worden gecompenseerd. Dit betekent echter niet dat dit zich vertaalt in een langer voortduren van de arbeidsovereenkomst.
Ook het feit dat de schadevergoeding, ondanks de toezegging die te zullen betalen, nog niet is voldaan, werpt geen ander licht op de zaak, nu de opzegging zelf daardoor niet wordt aangetast. Omdat op het moment van indiening van het ontbindingsverzoek de arbeidsovereenkomst nog bestond, is [verzoeker] is wel ontvankelijk in zijn verzoek. Nu de arbeidsovereenkomst inmiddels is geëindigd, zal het verzoek moeten worden afgewezen.