Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werkgeefster is een bedrijf dat betonnen heipalen fabriceert. Werknemer is 14 jaar in dienst van werkgeefster. Op een dag breekt een van de heipalen tijdens het heien bij een afnemer. Onderzoek wijst uit dat in de heipaal een overal van een van de werknemers van werkgeefster is gestopt waarna deze met beton is overgoten. De verdenking valt uiteindelijk op een groepje van drie werknemers, een stortbaas in vaste dienst en twee uitzendkrachten, door wie de heipaal in kwestie is vervaardigd. Alle betrokkenen worden uitvoerig ondervraagd. Aanvankelijk ontkennen de drie betrokken werknemers er iets van af te weten en ontkennen ook daarover onderling te hebben gesproken. Er wordt enkele weken later een anonieme brief bezorgd bij werkgeefster. In die brief wordt de verdenking op een van de uitzendkrachten gelegd. Als deze opnieuw wordt ondervraagd, beschuldigt deze de stortbaas van het uithalen van deze “grap”. De stortbaas wordt hierover nogmaals gehoord. Dan blijkt dat hij is opgebeld door een familielid van de betreffende uitzendkracht, waarbij hij ervan werd beschuldigd de anonieme brief te hebben geschreven en hem problemen in het vooruitzicht werden gesteld. De stortbaas wordt op staande voet ontslagen. Na zich aanvankelijk - ook in kort geding - op het standpunt te hebben gesteld dat het ontslag nietig is, vordert hij in de bodemprocedure onder meer een verklaring voor recht dat het ontslag een dringende reden ontbeert en daardoor onregelmatig is in de zin van art. 7:677 BW en ook dat het kennelijk onredelijk is en eist de gefixeerde schadevergoeding alsmede een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. De kantonrechter oordeelt de switch toegestaan. Hij wijst echter alle vorderingen af. Werknemer komt in hoger beroep. Uiteindelijk komt in rechte alleen vast te staan dat werknemer zijn contacten met de uitzendkrachten en de telefonische bedreiging van een familielid van een van hen heeft verzwegen, alsmede dat zijn echtgenote op zijn verzoek de anonieme brief aan werkgeefster heeft geschreven. Het hof oordeelt switch eveneens toegestaan, maar oordeelt geen dringende reden aanwezig voor ontslag op staande voet en kent de gefixeerde schadevergoeding toe. Het hof oordeelt het ontslag evenwel niet kennelijk onredelijk, ook niet op grond van de gevolgen die het voor werknemer heeft.