Rechtspraak
Centraal staat de vraag of een pensioenfonds gehouden is akkoord te gaan met buitengerechtelijk saneringsvoorstel (betaling van 31,5% van alle vorderingen met afstand van voldoening van het overige mits alle schuldeisers akkoord gaan).
Het pensioenfonds is in eerste aanleg veroordeeld wegens handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid om als enige niet akkoord te gaan. In hoger beroep stelt het pensioenfonds zich op het standpunt dat zij het door transportbedrijf X aangeboden akkoord slechts dan niet mag weigeren indien hij zijn bevoegdheid om te weigeren misbruikt (art. 3: 13 BW). Het pensioenfonds verwijst naar HR 12 augustus 2005, JOR 2005, 257 en wijst erop dat de Hoge Raad heeft overwogen dat bij toewijzing van een vordering tot medewerking aan een buitengerechtelijk akkoord terughoudendheid geboden is en dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden plaats kan zijn voor een bevel aan een schuldeiser om aan de uitvoering van een hem aangeboden akkoord mee te werken.
Het hof oordeelt dat de in dit geding door transportbedrijf X gestelde omstandigheden kunnen niet worden aangemerkt als “zeer bijzondere omstandigheden” als bedoeld in voormeld arrest van de Hoge Raad. De omstandigheden in casu zijn aan te merken als omstandigheden die een schuldenaar-ondernemer met de oprechte bedoeling om alles op alles te zetten teneinde zijn bedrijf te behouden, als regel zal nastreven om een faillissement of wettelijke schuldsanering te voorkomen en zijn bedrijf op minimale basis te kunnen voortzetten. Indien de schuldenaar met het creëren van deze omstandigheden zou kunnen bewerkstelligen dat de schuldeiser als regel zijn medewerking aan een aangeboden buitengerechtelijk akkoord niet meer kan weigeren, wordt principieel afbreuk gedaan aan de door de Hoge Raad gestelde eis dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden plaats kan zijn voor een bevel tot medewerking. Bedacht moet in dit verband worden dat met het geven van een dergelijk bevel aan de schuldeiser de mogelijkheid wordt ontnomen zijn vordering, geheel of voor een groter gedeelte dan is aangeboden, in de toekomst voldaan te krijgen dan wel de mogelijkheid wordt ontnomen dat het wettelijk voorgeschreven saneringsregime wordt gevolgd met de daaraan verbonden waarborgen.
Volgt vernietiging van het vonnis van de kantonrechter.