Rechtspraak
Eiser is tot 21 april 2006 in dienst geweest bij STAABO. Op de arbeidsovereenkomst van eiser is steeds de algemeen verbindendverklaarde CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing geweest. In die CAO staat dat de werknemer aanspraak kan maken op vergoeding voor gemaakte reisuren voor woon-werkverkeer en op een chauffeurstoeslag, een en ander onder de voorwaarden als in die bepaling(en) nader geduid. Werknemer vordert thans nakoming van deze bepaling.
Volgens werkgever hebben werknemer en werkgever afgesproken dat werknemer gezien zijn privésituatie meer kilometers mocht maken (waardoor hij meer kilometervergoeding kreeg), maar dat hij dan geen reisuren mocht declareren. Deze afspraak is nooit schriftelijk aangegaan.
De kantonrechter oordeelt dat het recht op uitbetaling van gemaakte reisuren (niet de kilometers) grotendeels verwerkt aangezien de werknemer heeft ingestemd met de afspraak dat deze niet werden vergoed omdat er voor de werkgever geen noodzaak was hem die uren te laten maken en hij profiteerde van een betere regeling; die afspraak weliswaar in strijd was met de cao, maar dit aan partijen bekend was en de werknemer nimmer aanspraak heeft gemaakt op uitbetaling van die uren, maar ze wel is blijven maken, om ze eerst geruime tijd na het einde van de arbeidsovereenkomst te gaan opvorderen. Werkgever desondanks gehouden tot enige vergoeding omdat zij er niet op kon vertrouwen dat werknemer nooit op de gemaakte afspraak zou terugkomen.