Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Eiseres is eerst gedeeltelijk arbeidsongeschikt en wordt daarna volledig arbeidsongeschikt. De toepasselijke cao voorziet in een WAO-suppletie bij gehele en bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of er na het intreden van de volledige arbeidsongeschiktheid van eiseres op 24 mei 2004 een verplichting voor Achmea is ontstaan om op grond van de op dat moment geldende CAO de uitkering op grond van de WAO gedurende 2 jaar aan te vullen tot 100% van haar brutosalaris. Volgens Achmea is dit niet het geval omdat de aanvulling bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid complementair van karakter is en niet supplementair. Uit de bepalingen in onderlinge samenhang bezien leidt de kantonrechter af, dat er sprake is van twee naast elkaar staande aanvullingsverplichtingen, die elk zien op de verplichtingen van de werkgever in het tweede en derde jaar van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Indien de werknemer dan volledig arbeidsongeschikt is, kan hij aanspraak maken op de aanvullingsverplichting van de werkgever ex artikel 9.2.11 en indien hij dan gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, op de aanvullingsverplichting ex artikel 9.2.12 van de CAO. De vordering van de werknemer wordt derhalve afgewezen.

Hoewel de interpretatie van de bepalingen door eiseres op zich niet onmogelijk is, nu de CAO-bepalingen niet uitdrukkelijk regelen wat er gebeurt als iemand die eerst gedeeltelijk ongeschikt is, volledig ongeschikt wordt, acht de kantonrechter de uitleg van eiseres gezien de daaraan verbonden rechtsgevolgen niet aannemelijk. Deze uitleg impliceert namelijk dat er een nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid intreedt indien een werknemer die al meer dan drie jaar gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, volledig arbeidsongeschikt wordt en dat dan nieuwe aanvullingsverplichtingen ontstaan. Een dergelijke vergaande uitleg ligt niet voor de hand. Deze uitleg past niet binnen het systeem van de Wet verbetering poortwachter en het systeem van 7:629 BW.