Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer, 43 jaar oud, is gedurende ruim 18 jaren in dienst geweest van werkgeefster als Project Designer. Zijn functie is komen te vervallen als gevolg van een reorganisatie op bedrijfseconomische gronden. Werkgeefster heeft aan hem een suppletie toegekend op basis van het Sociaal Plan, die gekapitaliseerd uitkomt op een vergoeding ter hoogte van ca. 4 bruto maandsalarissen. Volgens werknemer is sprake van een kennelijk onredelijk ontslag.

Het hof overweegt dat in het geval de arbeidsovereenkomst conform de wettelijke regels is beëindigd en in het kader van die beëindiging (door middel van outplacement) bemiddeld wordt van werk naar werk en/of een vergoeding wordt toegekend zoals overeengekomen in een Sociaal Plan dat is opgesteld in overleg met de vakbonden om de gevolgen van een ontslag in verband met een reorganisatie te regelen, slechts sprake van een kennelijk onredelijk ontslag is indien er bijzondere feiten en/of omstandigheden aanwezig zijn die in een bepaald geval een afwijking van het Sociaal Plan rechtvaardigen. Het moet dan gaan om een geval waarin de getroffen voorzieningen voor de betrokken werknemer kennelijk onredelijk uitpakken. Naar het oordeel van het hof is er onvoldoende grond om aan werknemer daarnaast een vergoeding ten laste van werkgeefster toe te kennen, mede gelet op het feit dat werknemer de mogelijkheden in het kader van het outplacementtraject onvoldoende heeft benut en in dit verband onvoldoende inspanningen heeft gepleegd en voorts ervoor heeft gekozen een lerarenopleiding te volgen en naar België te verhuizen. De vordering uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag wordt afgewezen. Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.