Erven van werknemer stellen werkgeefster aansprakelijk voor schade (mesothelioom). Werknemer heeft in 1972-1974 boorwerkzaamheden verricht aan eterniet rioolbuizen.

Gelet op de in het geding gebrachte brief van de gemeente van 22 juli 2002 aan het Instituut asbestslachtoffers, neemt het hof aan dat bij de werkzaamheden inzake het project Rijksweg gebruik is gemaakt van rioolbuizen van eterniet. Werknemer was bij die werkzaamheden betrokken als hulpuitzetter. Als zijnde onvoldoende gemotiveerd weersproken en overigens ook feit van algemene bekendheid, kan eveneens in rechte ervan worden uitgegaan dat eternietrioolbuizen werden gemaakt van asbestcement en dat bij het breken daarvan en het zagen of boren daarin, asbestvezels in de lucht komen en kunnen worden ingeademd. Dit levert het risico op van mesothelioom. Feit van algemene bekendheid is tevens dat voor het ontstaan van mesothelioom, anders dan voor asbestose, het niet nodig is dat er sprake is van een langdurige blootstelling aan de inademing van asbeststof.

Werkgever heeft in deze periode geen enkele voorzorgsmaatregel genomen, terwijl reeds toen bekend was dat werken met asbest gevaarlijk was. Met name gebrek aan voorlichting en toezicht. Het enkel ter beschikking stellen van mondkapjes is onvoldoende.

Het verweer van werkgever dat werknemer nadien bij andere werkgevers heeft gewerkt en aldaar mogelijk aan asbest is blootgesteld, gaat niet op gelet op artikel 6:99 Bw.

Werkgeefster aansprakelijk geacht voor gevolgen mesothelioom bij werknemer.