Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer is in dienst van HBG. HBG sluit met Getronics een overeenkomst tot het faciliteren van ICT-onderdelen. Volgens HBG is een werknemer samen met nog een aantal werknemers krachtens artikel 7:662 BW overgegaan naar Getronics. Volgens werknemer is geen sprake van een overgang van onderneming omdat niet alle werknemers van het overgedragen onderdeel bij Getronics in dienst zijn getreden, danwel een andere organisatorische inbedding hebben gekregen. De werknemer meent daarom vanaf de datum van de overgang nog steeds bij HBG in dienst te zijn gebleven.

Het hof oordeelt als volgt. Voor zover in bepaalde sectoren, waarin de arbeidskrachten de voornaamste factor zijn bij de activiteit, zoals in het onderhavige geval, een groep werknemers die duurzaam een gemeenschappelijke activiteit verricht, een economische entiteit kan vormen, kan een dergelijke entiteit haar identiteit na de overdracht behouden, wanneer de nieuwe ondernemer/exploitant niet alleen de betrokken activiteit voortzet, maar ook een wezenlijk deel - qua aantal en deskundigheid - van het personeel overneemt dat zijn voorganger speciaal voor die taak had ingezet. In dat geval verwerft de nieuwe ondernemer/exploitant namelijk het georganiseerde geheel van elementen waarmee de activiteiten of bepaalde activiteiten van de overdragende onderneming duurzaam kunnen worden voortgezet.

Uit hetgeen door HBG is gesteld, volgt dat voor zover er, voorafgaande aan de overgang van de activiteiten, sprake was van een groep werknemers die duurzaam een gemeenschappelijke activiteit verrichtte, dit in ieder geval bij - zoal niet voor - de overgang geƫindigd is, nu die activiteiten bij de overgang op andere wijze door Getronics worden georganiseerd en werden toebedeeld aan reeds bij Getronics in dienst zijnde, niet van HBG afkomstige, werknemers, terwijl er omtrent een continuering van het organisatorische werkverband tussen de, van HBG afkomstige, bij Getronics in dienst getreden werknemers niets door HBG is gesteld. Ook de door werknemerw verrichtte werkzaamheden werden bij de overgang anders door Getronics georganiseerd en verdeeld over reeds bij Getronics in dienst zijnde, niet van HBG afkomstige werknemers, terwijl de haar aangeboden alternatieve functie(s), voor zover de werkzaamheden van werknemer voor de overgang al als economische eenheid, respectievelijk onderdeel van een onderneming kunnen worden gekwalificeerd evenmin zodanig was, respectievelijk waren, dat wel sprake zou kunnen zijn van het behoud van de identiteit van die entiteit. Dit leidt tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst van werknemer niet van rechtswege is geƫindigd. De loonvordering van werknemer wordt toegewezen.