Rechtspraak
Werkneemster is in dienst van een uitzendbureau. Met ingang van 12 november 2001 is werkneemster voor gedaagde aan de slag gegaan bij (de rechtsvoorgangster van) KPN Contact, een call center bedrijf. Met ingang van 18 juli 2005 is eiseres arbeidsongeschikt geraakt wegens burn-out klachten. Op 29 mei 2006 is werkneemster door werkgever voor 40 uur per week tewerkgesteld bij ASML in de functie van cleanroommedewerkster. Van omstreeks 7 maart 2007 tot 20 maart 2007 is werkneemster uitgevallen met polsklachten. Sinds 11 april 2007 is zij vervolgens in verband met deze klachten langdurig uitgevallen. Werkgever heeft werkneemster laten weten de loonbetaling per 15 juli 2007 te staken, omdat de termijn gedurende welke zij het loon aan eiseres diende door te betalen op laatstgenoemde datum was verstreken.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat de arbeidsovereenkomst (stilzwijgend) is gewijzigd. Voorts oordeelt de kantonrechter dat werkgever heeft gesteld dat met het werk bij ASML passende arbeid te hebben aangeboden als bedoeld in artikel 7:658a BW. Nu eiseres het passend zijn van de arbeid op zichzelf niet heeft betwist, dient daarvan te worden uitgegaan. Ingevolge artikel 7:629 lid 12 BW blijft de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst onverkort in stand. De herstelverklaring van 18 juli 2006 ziet daarmee op de passende arbeid; eiseres was op die datum nog steeds ongeschikt voor haar eigen werk als callcentermedewerkster. De termijn van artikel 7:629 lid 1 BW is derhalve niet doorbroken en geƫindigd op 18 juli 2007. Dat eiseres in maart/april 2007 voor de passende werkzaamheden is uitgevallen wegens polsklachten, is niet van belang. De vorderingen van eiseres moeten derhalve worden afgewezen.