Rechtspraak
Verzoeker is bij brief van FNV Bondgenoten van 8 maart 2007 kandidaat gesteld voor de op 1 mei 2007 te houden verkiezingen voor de ondernemingsraad van Connexxion Tours (hierna: de ondernemingsraad). Bij brief van 15 maart 2007 gericht aan FNV Bondgenoten heeft de verkiezingscommissie van de ondernemingsraad die kandidatuur afgewezen, op de grond dat deze na de sluitingsdatum van 1 maart 2007 gesteld was. Nu slechts één kandidaat voor de vestiging IJsselmuiden overbleef, is deze vervolgens zonder verkiezingen benoemd in de ondernemingsraad.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt bij de bedrijfscommissie stellende dat volgens de reglementen de kandidaatstellingstermijn sloot op 13 of 20 maart 2007 en dat er (in de vestiging IJsselmuiden) dus nieuwe verkiezingen moesten volgen. De bedrijfcommissie stelt verzoeker in gelijk. Een reactie van de OR blijft vervolgens uit.
In de daaropvolgende procedure vordert verzoeker nieuwe verkiezingen. De OR stelt zich op het standpunt dat verzoeker te laat tot de kantonrechter is gewend (na 30 dagen).
Kern van het geschil is vervolgens de vraag of sprake is van een verlening van de termijn als bedoeld in artikel 36 lid 3 WOR. Volgens de OR is hiervoor expliciete instemming van beide partijen vereist. Volgens de kantonrechter kan het antwoord op de vraag of expliciete instemming van de OR vereist is in het midden blijven, omdat de vermeende brief van verzoeker aan de OR nimmer de OR heeft bereikt. Deze brief is immers aan het verkeerde adres gestuurd. Bijgevolg is verzoeker te laat en daardoor niet ontvankelijk in zijn verzoek.