Rechtspraak
KPN verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer. KPN legt aan haar verzoek ten grondslag dat de functie van werknemer is vervallen en dat hij niet in een andere passende functie is herplaatst. Hij komt in aanmerking voor een beëindigingvergoeding conform de Mobiliteits-CAO. Volgens werknemer zijn de verschillen tussen de verschillende functieprofielen beperkt en voldoet hij wel degelijk aan de eisen van het nieuwe functieprofiel.
De kantonrechter merkt op dat KPN het werknemer aanrekent dat hij zich niet of onvoldoende heeft ontwikkeld met betrekking tot de nieuwe technieken. werknemer heeft echter gesteld dat hij zich voor aanvullende cursussen heeft aangemeld maar dat KPN daarop niet is ingegaan. KPN heeft dit een en ander onvoldoende gemotiveerd betwist. Voorts acht de kantonrechter van belang dat KPN stelt dat de houding van werknemer te weinig pro-actief is geweest met betrekking tot nieuwe technische ontwikkelingen en dat het aan werknemer duidelijk had moeten zijn dat een dergelijke houding van hem verwacht werd. Voor zover het bij werknemer al aan een dergelijke houding heeft ontbroken, heeft KPN onvoldoende aannemelijk gemaakt waarom dit aan werknemer duidelijk had moeten zijn. Wil KPN aan een dergelijk gebrek aan initiatief verstrekkende gevolgen verbinden wat betreft het voortduren van de arbeidsovereenkomst, dan had het op haar weg gelegen aan te tonen, bijvoorbeeld middels verslagen van functionering- of beoordelingsgesprekken, dat werknemer hierop gewezen is.
Voorts is KPN geheel afgegaan op de “indruk” van het managementteam ten aanzien van de geschiktheid van werknemer voor de functie. Het had op de weg van KPN gelegen te onderzoeken en te onderbouwen wat aan deze “indruk” ten grondslag lag. De kantonrechter neemt verder in aanmerking dat sprake is van een langdurig dienstverband (bijna 18 jaar), en dat de kansen van werknemer op de arbeidsmarkt gezien zijn leeftijd, bijna 57 jaar, niet als gunstig zijn aan te merken.