Rechtspraak
Werknemer is sedert 1 februari 2001 in dienst van Goed Wonen als directeur van Goed Wonen tegen een bruto salaris (exclusief vakantiegeld) van € 7.327,56 per maand. Werknemer is thans 52 jaar oud. Goed Wonen verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer omdat de Raad van Commissarissen geen vertrouwen meer heeft in het leiderschap van werknemer.
Volgens de kantonrechter heeft Goed Wonen niet voldoende kunnen aantonen waarom het werknemer kan worden verweten dat de arbeidsovereenkomst ten spoedigste dient te beëindigen. Er is geen sprake van disfunctioneren noch van gebrek aan vertrouwen onder personeel. Wel acht de kantonrechter de arbeidsrelatie verstoord.
Voor wat betreft de in acht te nemen correctiefactor mag worden aangenomen dat naar objectieve maatstaven geen aan werknemer toe te rekenen feiten of omstandigheden zijn gebleken die tot het ontstaan van de wijziging der omstandigheden heeft of hebben geleid. Hoe zeer wellicht ook door goede bedoelingen en te goeder trouw ingegeven: Goed Wonen heeft geen concrete handen en voeten kunnen geven aan de door haar (subjectief) gevoelde twijfels ten aanzien van het functioneren van werknemer. Van enig opzettelijk aansturen op een breuk is niet gebleken en de kantonrechter is bereid aan te nemen dat de RvC van Goed Wonen vanuit haar visie op deze zaak oprecht van mening is geweest (en wellicht nog is) dat hij juist heeft gehandeld, maar naar objectieve maatstaven bezien dient de oorzaak voor het ontstaan van de vertrouwensbreuk toch hoofdzakelijk in de risicosfeer van Goed Wonen te worden gezocht, waarbij werknemer het verwijt kan worden gemaakt dat zij uiteindelijk de zaak op scherp heeft gesteld door de vertrouwenskwestie te stellen en aan te dringen op een beslissing van de RvC dienaangaande op een kortere termijn dan de RvC wilde. Eén en ander tegen elkaar afwegend, zal de kantonrechter de correctiefactor C vaststellen op 1,35.