Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer wordt verweten schade te hebben veroorzaakt aan de hem, in afwachting van een leaseauto, ter beschikking gestelde dienstauto. Deze auto was toen al een jaar oud en is in ontvangstgenomen door een receptiemedewerker. Zonder toe te hoeven komen aan de vraag of werknemer opzet of bewuste roekeloosheid kan worden verweten, wordt vastgesteld dat werkgever haar vordering ter zake van beweerdelijk door werknemer veroorzaakte schade aan de dienstauto onvoldoende heeft onderbouwd. Het had naar het oordeel van de kantonrechter op de weg van werkgever gelegen deugdelijk onderzoek te doen naar de oorzaak van het vervangen van de motor in de leaseauto. Nu werkgever dit heeft nagelaten, kan werknemer geen aantoonbaar verwijt worden gemaakt.

Verkeersboetes worden door werknemer erkend en in zoverre wordt de vordering van werkgever toegewezen. Ook wordt vastgesteld dat werknemer niet bevoegd was een borrel dan wel diner te geven op kosten van werkgever en dat hij de in het geding zijnde auto vuil heeft ingeleverd, zodat ook in zoverre de vordering van werkgever wordt toegewezen.