Rechtspraak
Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst beëindigd om vervolgens in dienst te treden bij Allround Nederland B.V. Werknemer verkeerde bij het aangaan van de op 1 juni 2003 door hem getekende arbeidsovereenkomst met Allround Nederland B.V. in de veronderstelling dat een derde het door werkgever gevoerde bedrijf zou overnemen en in die besloten vennootschap zou onderbrengen. Gebleken is evenwel volgens werknemer dat Allround Nederland B.V. niet is opgericht en dat [de derde] de onderneming van werkgever niet heeft overgenomen. De arbeidsovereenkomst met Allround Nederland B.V. is ook niet door de derde maar door werkgever geparafeerd. Het hof oordeelt als volgt.
Nu die overname niet blijkt te hebben plaatsgevonden, beroept werknemer zich terecht op een wilsgebrek bij het tot stand komen van de beëindigingovereenkomst. Hij kan aan die overeenkomst niet worden gehouden. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst tussen hem en werkgever is blijven voortbestaan en dat de primaire vordering van werknemer (ook over de periode vanaf 1 juni 2003) jegens werkgever toewijsbaar is, met dien verstande dat er aanleiding is de gevorderde wettelijke verhoging te beperken tot 10 procent van het achterstallige salaris en dat een vergoeding wegens niet genoten vakantiedagen niet kan worden toegewezen zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, hetgeen hier het geval is.